In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de invorderingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De invorderingsambtenaar had een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende, maar heeft deze na bezwaar vernietigd en een kostenvergoeding van € 148 toegekend voor het opstellen van het bezwaarschrift. Belanghebbende stelt echter dat er een hoorzitting heeft plaatsgevonden op 21 september 2023, wat de invorderingsambtenaar ontkent. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er daadwerkelijk een hoorzitting heeft plaatsgevonden en dat de invorderingsambtenaar terecht heeft afgezien van het vergoeden van proceskosten voor deze hoorzitting. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan op 24 april 2025 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.