2.3Thans liggen nog ter beoordeling voor de verzoeken van de man om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de volgende omgangsregeling te bepalen:
- De eerste twee maanden heeft de minderjarige om de week op zaterdag van 13:00-16:00 contact met de man, tevens elke week op woensdag van 18:30 uur tot
19:30 uur middels videobellen;
- Na twee maanden zal er een zorgregeling gelden waarbij de minderjarige iedere
week van zaterdag 13:00 uur tot 16:00 uur contact heeft met de man, tevens elke
week op woensdag van 18:30 uur tot 19:30 uur middels videobellen.
Zodra man een geschikte woning heeft, stelt de man de volgende regeling voor:
- De minderjarige verblijft om de twee weken van vrijdag na schooltijd tot zondag
16:00 bij de man.
- De vakanties worden bij helfte verdeeld, waarbij zal gelden dat de man de
minderjarige de eerste helft van de vakanties bij zich zal hebben en de vrouw de
tweede helft. Dit zal ieder jaar worden afgewisseld;
- Tijdens Kerst zal gelden dat dit ieder jaar wordt afgewisseld, waarbij zal gelden
dat de minderjarige 24 december van 9:00 uur tot 25 december 13:00 uur bij de
ene ouder verblijft en van 25 december 13:00 uur tot 26 december 9:00 uur bij de
andere ouder. De minderjarige zal in 2023 op 24 december van 9:00 uur tot 25 december 13:00 uur bij de man verblijven en 25 december 13:00 uur tot 26 december
9:00 uur bij de vrouw. Andere feestdagen worden bij helfte verdeeld;
- Oudejaarsavond en nieuwjaarsdag worden ieder jaar afgewisseld. In het jaar
2023 zal de minderjarige de oudejaarsavond met de man en de nieuwjaarsdag
met de vrouw doorbrengen;
- Bij Vaderdag verblijft de minderjarige bij de vader en bij Moederdag verblijft de
minderjarige bij de moeder;
- Tijdens de verjaardag van de moeder verblijft de minderjarige bij de moeder en
tijdens de verjaardag van de vader verblijft de minderjarige bij de vader;
- De verjaardag van de minderjarige wordt ieder jaar afgewisseld. In het jaar 2023
zal de minderjarige haar verjaardag met haar vader doorbrengen;
althans een zodanige beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
II. te bepalen dat de vrouw aan de man een dwangsom dient te betalen van €500,00 voor iedere keer dat zij de vastgestelde zorgregeling niet nakomt, tot een maximum van €50.000,00 is bereikt;
III. te bepalen dat de vrouw de man direct dan wel zo spoedig mogelijk informeert over belangrijke zaken die de minderjarige aangaan in ieder geval een keer in de maand en dat de vrouw met de man tevoren moet overleggen over gezamenlijk te nemen beslissingen, althans dat ze de man hierover moet informeren en/of te consulteren in ieder geval één keer in de maand, voor het geval het verzoek van de man om partijen gezamenlijk met het gezag te belasten wordt afgewezen.