Op 17 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarigen onder toezicht te stellen van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering voor de duur van twaalf maanden. Dit verzoek is gedaan vanwege ernstige zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen, die getuige zijn geweest van huiselijk geweld en andere problematische situaties. De moeder van de kinderen vertoont forse persoonlijke problematiek, waaronder een angststoornis en emotionele uitbarstingen, wat leidt tot onveilige situaties voor de minderjarigen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de nodige zorg en opvoeding te bieden, en dat eerdere hulpverlening in een vrijwillig kader niet het gewenste effect heeft gehad. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen, met als doel de ontwikkeling van de minderjarigen te waarborgen en hen te beschermen tegen verdere schade. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.