ECLI:NL:RBZWB:2025:2636

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
C/02/433448 / FA RK 25-1539
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Struijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis en middelengebruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 april 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis en een problematisch drugsgebruik vertoont. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om een adequate afweging van zijn belangen te maken, wat leidt tot wilsonbekwaamheid. De rechtbank heeft in haar beoordeling de medische verklaring en de toelichting van de casemanager meegenomen, die aangaf dat betrokkene de controle over zijn drugsgebruik verliest en recentelijk dakloos is geraakt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft de gevraagde zorgvormen toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, medische controles en het controleren op gedrag-beïnvloedende middelen. De rechtbank heeft de verzoeken tot opname in een accommodatie en andere vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat onvoldoende is gebleken dat een opname voorzienbaar is en dit mogelijk een averechts effect zou hebben op de behandelrelatie. De zorgmachtiging is verleend tot en met 15 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/433448 / FA RK 25-1539
Datum uitspraak: 15 april 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
advocaat: mr. C.J.M. Veth te Rijen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt mee in de beoordeling het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 26 maart 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 15 april 2025 bij de [accommodatie] te [plaats] . Daarbij zijn aanwezig en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • casemanager, de heer [naam] .

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene brengt naar voren dat hij het niet eens is met een zorgmachtiging. Hij heeft een drugsprobleem. Hij gebruikt cocaïne en amfetamine, ook nu nog. Meer dat levert geen ernstig nadeel op. De huidige situatie is dan ook niet vergelijkbaar met die ten tijde van het delict in 2021. Betrokkene heeft 3,5 jaar geleden een psychose gehad, maar daar is momenteel geen sprake van. Zijn antipsychotica medicatie heeft hij in eigen beheer en neemt hij consistent. Het kwam in het verleden wel eens voor dat hij zijn medicatie niet op kwam halen, maar dit had een praktische oorzaak. Hij verbleef dan bij zijn vriendin. Nu slikt hij zijn medicatie op vrijwillige basis en houdt hij zich aan afspraken met [accommodatie] . Gedurende zijn tbs heeft betrokkene therapie gekregen en hij doet de dingen nu anders dan voorheen. Daarmee is bij de aanvraag van de zorgmachtiging onvoldoende rekening gehouden. De aanvraag van de zorgmachtiging ervaart betrokkene als wantrouwen van [accommodatie] richting hem. Dit heeft de samenwerking beïnvloed.
3.2.
De casemanager verklaart bij betrokkene sprake is van forse maatschappelijke teloorgang. Hij is onlangs dakloos geraakt en verkeert in een soortgelijke situatie als in de aanloop naar het delict waarvoor betrokkene is veroordeeld en tbs heeft gekregen. Verder wordt gezien dat betrokkene de controle over zijn drugsgebruik verliest. Dit heeft betrokkene in december zelf aangegeven. Daarop is betrokkene vrijwillig opgenomen bij de kliniek Dubbele Diagnose, maar hij heeft zijn opname vroegtijdig beëindigd. De risicofactoren zoals deze eerder zijn geschetst lijken zich nu voor te doen. Daarbij speelt ook een rol dat er signalen binnenkomen dat betrokkene zijn medicatie niet goed neemt. Deze zorg werd eerder al door het RIBW gedeeld. Ook vanuit [organisatie] is dit gemeld.
Hoewel er op dit moment geen actieve psychotische symptomen bij betrokkene worden waargenomen, is vanuit het verleden bekend dat het fors uit de hand kan lopen wanneer betrokkene ontregelt. Betrokkene ontwikkelt dan waanideeën. Naast signalen over onjuist medicatiegebruik, wordt bij betrokkene ook gezien dat hij minder gemotiveerd is om met [accommodatie] in gesprek te gaan. Hij zegt verschillende afspraken af in verband met zijn werk. Betrokkene stelt daarin verkeerde prioriteiten en verliest zich in de hoeveelheid werk. Dit alles maakt een zorgmachtiging nodig. Met hulpverlening vanuit een vrijwillig kader zal betrokkene niet verder komen. Betrokkene is nu ook vrijwillig in zorg, maar gezien wordt dat betrokkene steeds verder afglijdt; hij is zijn woning kwijtgeraakt, er is sprake van excessief middelengebruik, er zijn twijfels over het consistent innemen van medicatie en betrokkene zegt afspraken af. Dit zijn allemaal stressfactoren die samenhangen met middelengebruik, terwijl stress ontregeling in de hand werkt.
Desgevraagd verklaart de casemanager dat, wanneer de zorgmachtiging wordt verleend, contact en begeleiding zal worden geïntensiveerd. Daarnaast zal het drugsgebruik van betrokkene worden gemonitord en kunnen er controles op drugsgebruik worden uitgeoefend. Als dit niet voldoende is en de situatie uit de hand loopt, is een opname nodig. Dat betrokkene wilsbekwaam is, kan niet zo stellig worden gezegd. Hij verliest zich snel in dingen waarin hij helemaal opgaat en overziet de gevolgen niet. Bovendien is nu moeilijk in te schatten in hoeverre betrokkene wilsbekwaam is, omdat er geen zicht meer is op zijn drugsgebruik. De casemanager is ervan overtuigd dat de behandelrelatie met betrokkene kan worden hersteld, ook als er een zorgmachtiging is.
3.3.
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek. Bij betrokkene is sprake van wilsbekwaamheid en vrijwilligheid. Betrokkene gebruikt zijn medicatie en ziet zelf in dat hij deze nodig heeft. Dat hij medicatie in het verleden soms niet zorgvuldig heeft genomen, had een praktische oorzaak en is verklaarbaar. Daarom wilde betrokkene zijn medicatie weer in eigen beheer hebben. Betrokkene wil graag zelf de regie houden en af en toe drugs blijven gebruiken. Hij wil ten aanzien van zijn druggebruik en medicatie inname graag het vertrouwen krijgen van [accommodatie] . Hij is niet wilsonbekwaam. Betrokkene maakt bewuste keuzes en kan toelichten waarom hij bepaalde dingen doet. Een zorgmachtiging ervaart betrokkene als dwang. Er zijn bovendien geen signalen waaruit blijkt dat de situatie uit de hand loopt. De laatste psychose dateert van 3,5 jaar geleden. Sindsdien heeft hij altijd medicatie gebruikt. Hij heeft een uitkering en zoekt met behulp van [opvang] naar een woning. Subsidiair, als de rechtbank een machtiging nodig acht, wordt verzocht om alleen ‘toedienen van medicatie’ als vorm van verplichte zorg op te nemen. Alleen dit is relevant voor betrokkene om zijn leven op de rails te houden. Betrokkene zal vrijwillig in contact blijven met [accommodatie] . Opname zal niet aan de orde zijn.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring en de toelichting daarop van de casemanager.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang.
4.4.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene door middelengebruik en daarmee samenhangend gedrag niet meer welkom is bij het RIBW. Ook zijn plek bij de time-outvoorziening Stichting [organisatie] is betrokkene inmiddels verloren. Betrokkene is daardoor onlangs dakloos geraakt. Bovendien heeft betrokkene in december aangegeven dat hij niet langer de controle had over zijn drugsgebruik. Aangezien drugsgebruik van invloed is op het effect van antipsychotica vormt dit een ernstig risico op terugval in psychose, hetgeen in het verleden geleid heeft tot ernstige agressie naar derden met onvoorspelbaar en ontwrichtend gedrag. Ook de dakloosheid is een stressfactor die het risico op decompensatie met alle gevolgen van dien vergroot. De rechtbank kan daarbij niet uit het oog verliezen dat dezelfde omstandigheden in het verleden hebben bijgedragen aan het plegen van een ernstig geweldsdelict.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De tbs van betrokkene is in juni 2024 beëindigd. Sindsdien is hij steeds verder uit beeld geraakt bij de hulpverlening. Betrokkene zegt regelmatig afspraken bij [accommodatie] af. Vrijwillige hulpverlening vanuit [accommodatie] heeft op dit moment onvoldoende effect. Betrokkene is dakloos geraakt en is de controle over zijn drugsgebruik verloren. Voor de rechtbank speelt ook een rol dat betrokkene in januari een vrijwillige opname voortijdig heeft afgebroken. Uit de stukken volgt voorts dat er bij betrokkene sprake is van een beperkt ziekte-inzicht. De rechtbank heeft er gelet daarop onvoldoende vertrouwen in dat met betrokkene (behandel)afspraken zijn te maken in een vrijwillig kader. Daarom is verplichte zorg nodig.
4.7.
Uit de medische verklaring, de overige overgelegde stukken en de mondelinge behandeling leidt de rechtbank af dat bij betrokkene sprake is van wilsonbekwaamheid. Hij is niet in staat een adequate afweging van zijn belangen te maken. Betrokkene denkt lichtvaardig over zijn eigen stabiliteit en drugsgebruik. Waar hij ten tijde van het opnemen van de medische verklaring nog overtuigd was abstinent te kunnen blijven, is ter zitting gebleken dat hij dat voornemen inmiddels niet langer heeft en geen risico ziet in het gebruik van amfetamine en cocaïne. Ook bagatelliseert betrokkene volgens de onafhankelijk arts de risico’s op recidiverend delictgedrag. Tot slot betrekt de rechtbank bij haar oordeel het door de casemanager geschetste voorbeeld dat betrokkene zich kan verliezen in werk en de bekostiging van zijn verslaving hoger prioriteert dan het aangaan van behandeling en daarmee een vergroting van de kans op stabiliteit, regelmaat en zijn leven op de rit.
4.8.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting van de casemanager tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
4.8.1
Ten aanzien van ‘toedienen van medicatie’, ‘verrichten van medische controles’ en ‘controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ geldt dat het drugsgebruik van betrokkene van invloed is op het effect van zijn medicatie. Daarom is het nodig het drugsgebruik middels urinecontroles te kunnen monitoren en daarop de medicatie zo nodig aan te kunnen passen.
4.8.2
Om het effect van de medicatie en het drugsgebruik te kunnen monitoren, is contact met het ambulante behandelteam noodzakelijk. Onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaat de rechtbank dan ook dat betrokkene periodiek contact heeft met zijn ambulant behandelteam en hij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt.
4.8.3
De verzochte zorgvorm ‘opnemen in een accommodatie’ en alle andere daarmee samenhangende verzochte vormen van verplichte zorg zal de rechtbank niet opnemen in de zorgmachtiging. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is onvoldoende gebleken dat een opname voorzienbaar is. Desgevraagd heeft de casemanager verklaard op dit moment geen opname als verplichte zorg in te willen zetten. De rechtbank gaat er vanuit dat met de toegewezen vormen van verplichte zorg het ernstig nadeel kan worden afgewend. Zij neemt daarbij in aanmerking dat betrokkene op dit moment niet psychotisch is en dat de kans bestaat dat een opnamemogelijkheid een averechts effect heeft op de behandelrelatie.
Mocht onverhoopt toch een opname noodzakelijk blijken dan kan een wijziging van de zorgmachtiging worden verzocht of, in geval van spoed, een crisismaatregel worden gevraagd. Betrokkene krijgt dan opnieuw de gelegenheid om door de rechtbank te worden gehoord.
4.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 oktober 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2025 door mr. Struijs, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, griffier en op schrift gesteld op 29 april 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.