Op 29 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een bevel tot gevangenhouding uitgesproken tegen een verdachte die wordt verdacht van zedenfeiten. De verdachte, geboren in 1990 en momenteel gedetineerd in P.I. Middelburg, heeft een achtergrond als organist en hoofdagent bij de politie, wat hem aanzien verleent binnen zijn gereformeerde gemeenschap. De rechtbank heeft de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M. Luijten, gehoord. De officier van justitie heeft gevangenhouding voor 90 dagen gevorderd, en de verdediging heeft verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ernstige bezwaren en de gronden voor de bewaring nog steeds bestaan. De verklaringen van slachtoffers en getuigen, evenals chatberichten, wijzen op een ongelijke verhouding tussen de verdachte en de slachtoffers, die kwetsbaar zijn door hun leeftijd en de context van hun seksuele geaardheid. De rechtbank concludeert dat er een reële kans op herhaling bestaat, gezien de ernst van de verdenking en de impact op de rechtsorde. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen reclasseringsadvies beschikbaar is, wat het moeilijk maakt om voorwaarden voor vrijlating te beoordelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de gevangenhouding van de verdachte voor 90 dagen te bevelen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. De beslissing is genomen in raadkamer door de rechters G.H. Nomes, C.E.M. Marsé en H. Skalonjic, in aanwezigheid van griffier C.A. Lequin.