Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 1) 8 kilo cocaïne, 275 gram heroïne en 159 gram en (
feit 2) 207 gram hash en 400 gram hennep voorhanden heeft gehad en (feit 3) ongeveer € 15.000,= heeft witgewassen.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 14 april 2024 te Tilburg telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad
- (totaal) ongeveer 8 kilogram cocaïne en
- (totaal) ongeveer 275 gram heroïne en
- (totaal) ongeveer 159 gram amfetamine,
zijnde cocaïne, heroïne en amfetamine telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
op 14 april 2024 te Tilburg opzettelijk aanwezig heeft gehad (totaal) ongeveer 207 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd, en (totaal) ongeveer 400 gram hennep, zijnde hasjiesj en hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
op 14 april 2024 te Tilburg een geldbedrag van ongeveer in totaal 15.000 Euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat dat geldbedrag- onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was uit enig misdrijf.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 30 maanden;
hij in of omstreeks 14 april 2024 te Tilburg
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
- (totaal) ongeveeer totaal 8 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende cocaïne en/of
- (totaal) ongeveer 275 gram heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattnde heroïne en/of
- (totaal) ongeveer 159 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende amfetamine
zijnde cocaïne en/of heroïne en/of amfetamine (telkens)
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
hij op of omstreeks 14 april 2024 te Tilburg
opzettelijk
aanwezig heeft gehad (totaal) ongeveer 207 gram, in elk geval een hoeveelheid van
meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en
plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere
substanties waren toegevoegd en/of (totaa) ongeveer 400 gram,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,
zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet )
hij op of omstreeks 14 april 2024, te Tilburg
een geldbedrag van ongeveer (totaal) 15.000 Euro, althans een of meer voorwerpen
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig
(eigen)misdrijf
( art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )