Op 1 mei 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarigen onder toezicht te stellen van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering voor de duur van een jaar. Dit verzoek is gedaan omdat de minderjarigen getuige zijn geweest van huiselijk geweld en drugsgebruik door hun vader, wat hun gevoel van veiligheid en sociaal-emotionele ontwikkeling bedreigt. De vader is onvoorspelbaar in zijn gedrag, wat leidt tot angst bij de kinderen. De moeder heeft haar zorgen geuit over de effectiviteit van een ondertoezichtstelling, vooral gezien de recente incidenten met de vader, die momenteel gedetineerd is.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat er onvoldoende zicht is op de opvoedsituatie bij de vader. De ouders hebben een complexe scheiding en er is sprake van ernstige communicatieproblemen. De kinderrechter heeft besloten het verzoek van de Raad toe te wijzen, met als doel de veiligheid van de minderjarigen te waarborgen en hen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.