ECLI:NL:RBZWB:2025:2683
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van deelnemersbijdrage na tussentijdse opzegging van een overeenkomst
In deze zaak hebben eiser en gedaagde een overeenkomst gesloten die elke twee jaar automatisch wordt verlengd. Gedaagde heeft het contract tussentijds opgezegd, stellende dat er sprake is van een vertrouwensbreuk. Eiser is het hier niet mee eens en vordert betaling van de deelnemersbijdrage voor het tweede jaar. De kantonrechter oordeelt dat het contract onverkort nagekomen moet worden en dat gedaagde geen succesvol beroep kan doen op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe, waarbij gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 6.352,50, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 13 februari 2024. Tevens wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 1.452,22. De uitspraak is gedaan op 30 april 2025.