Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.T.K. Davisde, waarnemend voor mr. S. van de Voorde;
- de heer [naam], psychiater, behandelaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1990. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. R.T.K. Davisde, aanwezig waren, evenals de behandelend psychiater. De betrokkene verblijft momenteel in een accommodatie onder een crisismaatregel die op 10 januari 2025 door de burgemeester van Goes is opgelegd.
Tijdens de behandeling heeft de betrokkene aangegeven open te staan voor hulp en bereid te zijn om aan zichzelf te werken, zodat hij weer voor zijn kinderen kan zorgen. De behandelend psychiater heeft verklaard dat de betrokkene in het verleden met ernstige problemen te maken heeft gehad, waaronder middelengebruik en psychische stoornissen. De psychiater heeft echter ook opgemerkt dat de betrokkene de afgelopen dagen verbetering heeft laten zien en dat er momenteel geen levensgevaar of ernstig lichamelijk letsel dreigt. De behandelaar pleitte voor afwijzing van de voortzetting van de crisismaatregel, terwijl de advocaat van de betrokkene benadrukte dat er voldoende basis is voor een vrijwillige behandeling.
De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, de betrokkene bereid is om vrijwillig zorg te accepteren en dat de behandelaar ook de voorkeur geeft aan een vrijwillige behandeling. De rechtbank concludeerde dat niet voldaan wordt aan de wettelijke criteria voor het verlenen van de gevraagde machtiging en dat de betrokkene de kans moet krijgen om zijn medicatie te accepteren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier.