ECLI:NL:RBZWB:2025:2695
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter in beroep tegen kantonrechter vonnis
Op 6 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 25/658, waarin eiser beroep aantekende tegen een vonnis van de kantonrechter en tegen AGIN Timmermans gerechtsdeurwaarders. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om van het beroepschrift kennis te nemen. Dit besluit is genomen zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de rechtbank, zoals beschreven in artikel 8:1 van de Awb. Echter, in dit geval was het vonnis van de kantonrechter, waartegen eiser zich keerde, enkel vatbaar voor hoger beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waardoor de bestuursrechter niet bevoegd was.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de brief van AGIN geen besluit is in de zin van de Awb, omdat er geen publiekrechtelijke rechtshandeling van een bestuursorgaan heeft plaatsgevonden die rechtsgevolgen heeft. Eiser kan in dit geval niet eenvoudigweg zijn beroepschrift doorzenden naar het gerechtshof of de civiele rechter, aangezien deze procedures op een andere manier moeten worden ingeleid. De rechtbank adviseert eiser om zich te wenden tot het Juridisch Loket of een advocaat voor verdere stappen. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.