In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 april 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding. Eisers, bestaande uit een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en een natuurlijke persoon, hebben vorderingen ingediend tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De eisers vorderen onder andere een contactverbod en een gebiedsverbod voor een periode van twaalf maanden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de spoedeisendheid van de zaak voldoende aannemelijk is en dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldoet. De vorderingen zijn toegewezen, met uitzondering van enkele beperkingen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat gedaagde gedurende twaalf maanden geen contact mag opnemen met eisers, met uitzondering van contact met de advocaat van eisers in verband met zijn rechten als aandeelhouder. Daarnaast is gedaagde verboden zich te begeven naar bepaalde locaties en is er een dwangsom opgelegd voor elke overtreding van deze verboden. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.144,45. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.