Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 mei in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
bij aanvang van het parkeren”dan wel “binnen een maand na het einde van het parkeren, als het
bij de aanvangvan het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het gebruik van – in casu – een webapplicatie op de telefoon”. [1] Uit vaste rechtspraak volgt echter ook dat een parkeerder een redelijke termijn moet worden gegund voor het verrichten van uitvoeringshandelingen om de parkeerapparatuur in werking te stellen. Die redelijke termijn begint direct nadat de auto wordt geparkeerd. [2] Belanghebbende heeft om 13:45 uur parkeerbelasting voldaan middels een parkeerapp, terwijl de auto in elk geval al om 13:12 uur was geparkeerd. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan niet worden gezegd dat belanghebbende die aanmelding heeft gedaan binnen de redelijke termijn die hem daarvoor moet worden gegund. Belanghebbende heeft dus geparkeerd zonder dat parkeerbelasting was voldaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.