Op 9 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot verkrachting. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 april 2025, waarbij de officier van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging, die betrekking had op een incident op 22 mei 2024 te Tilburg, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte had geprobeerd de aangeefster te verkrachten door haar te slaan, te trappen en haar te dwingen tot seksuele handelingen. De rechtbank achtte de verklaring van de aangeefster betrouwbaar, terwijl de verdediging onvoldoende bewijs aanvoerde om de beschuldigingen te weerleggen. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, maar ook met het advies van de reclassering om een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen. De verdachte moet zich houden aan verschillende voorwaarden, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering. Het verzoek van de verdediging om de voorlopige hechtenis op te heffen werd afgewezen.