Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 mei 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats], eiseres
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op binnen vier weken nadat deze uitspraak kracht van gewijsde heeft gekregen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak en de tussenuitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.267,50.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: wettelijk kader
Participatiewet
De middelen worden in aanmerking genomen tot het bedrag dat resteert na aftrek van:
Indien over het inkomen van de belanghebbende aanspraak op vakantietoeslag bestaat neemt het college bij de vaststelling van de hoogte van de algemene bijstand mede op grond van de artikelen 11, 12, 13 of 14 berekende aanspraak op vakantietoeslag in aanmerking.
Indien de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet nog niet heeft bereikt, het in aanmerking te nemen inkomen loon uit tegenwoordige arbeid betreft en voor de inhouding van loonheffing rekening is gehouden met de arbeidskorting en de algemene heffingskorting, wordt de aanspraak op vakantietoeslag vastgesteld aan de hand van de navolgende tabel, waarbij onder ‘ink’ het inkomen wordt verstaan.