Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder
Samenvatting
Procesverloop
Totstandkoming van het bestreden besluit
2.1 Op 24 november 2019 heeft eiseres zich bij verweerder gemeld voor een herbeoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag.
2.2 Verweerder heeft een herbeoordeling gedaan van de toeslagjaren 2011 tot en met 2014.
2.3 In het besluit van 14 mei 2021 (kenmerk UHT-DH5 A) heeft verweerder besloten dat eiseres geen compensatie krijgt, omdat in het geval van eiseres geen sprake is geweest van hardheid bij de toepassing van het toenmalige wettelijke systeem.
Beoordeling door de rechtbank
Het geschil en de beoordeling daarvan
6.1 Eiseres stelt dat het foutief wijzigen van de inkomensgegevens in 2011 voor rekening van verweerder komt. De onjuiste inkomstengegevens zijn steeds automatisch in de daaropvolgende jaren doorgevoerd, terwijl eiseres altijd tijdig haar aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan. Verweerder had die inkomstengegevens moeten hanteren in plaats van automatische doorvoering van foutieve gegevens. Verweerder heeft hiermee niet de nodige zorgvuldigheid betracht als gevolg waarvan de besluiten tot terugvordering van hardheid getuigen.
8.1 De rechtbank is met verweerder van oordeel dat niet gebleken is van een verzoek om betalingsregeling ten aanzien van de terugvorderingen kinderopvangtoeslag over de jaren 2011, 2012 en 2013 en van afwijzing van een dergelijk verzoek. De rechtbank legt dat hieronder uit.
Zo staat in het Lic-overzicht van 2011 dat het (met de definitieve beschikking van 4 juli 2012) terug te vorderen bedrag van € 739,- op 15 augustus 2012 door eiseres is betaald. In het Lic-overzicht van 2012 staat dat het (met de definitieve beschikking van 16 november 2013) terug te vorderen bedrag van € 1.069,- deels is verrekend op 9 januari 2014 met een toeslag over 2014 (€ 495,-) en deels door eiseres is betaald op 8 december 2014 (€ 574,-). In het Lic-overzicht van 2013 staat dat het (met de definitieve beschikking van 6 januari 2015) terug te vorderen bedrag van € 1.615,- op 23 januari 2015 door eiseres is betaald.