ECLI:NL:RBZWB:2025:2749

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
BRE 23/10819
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake verkeersbesluit Tilburg

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 7 mei 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen een verkeersbesluit behandeld. Het verkeersbesluit, dat op 5 juli 2023 is gepubliceerd in het Gemeenteblad, betreft de aanpassing van de maximale parkeertijd van een gehandicaptenparkeerplaats in Tilburg. Eiseres heeft haar bezwaar te laat ingediend, namelijk op 31 augustus 2023, terwijl de bezwaartermijn liep van 6 juli tot en met 16 augustus 2023. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Tilburg het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiseres geen geldige redenen heeft aangevoerd voor de termijnoverschrijding. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10819

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 mei 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats], eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar van eiseres tegen het verkeersbesluit van 5 juli 2023 inzake het aanpassen van de maximale parkeertijd van de algemene gehandicaptenparkeerplaats ter hoogte van Drossard Bernagiestraat te Tilburg naar maximaal drie uur.
1.1.
Het college heeft het aanpassen van de maximale parkeertijd van de algemene gehandicaptenparkeerplaats bekend gemaakt door middel van een publicatie in het Gemeenteblad van 5 juli 2023. Met het bestreden besluit van 7 november 2023 op het bezwaar van eiseres heeft het college het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres haar bezwaar te laat heeft ingediend zonder geldige reden. Dit betekent dat het college het bezwaar van eiseres niet in behandeling neemt en dus niet inhoudelijk beoordeelt.
1.2.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 16 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen [persoon] en mr. A. van den Biggelaar als gemachtigden van het college. Eiseres is niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het college het bezwaarschrift van eiseres terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Zij doet dat onder meer aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
5. Eiseres voert aan dat zij van mening is dat haar bezwaar binnen de geldende termijn is ingediend. Eiseres verwijst naar overlegde mailcorrespondentie tussen haar en het college.
6. Het college geeft aan dat eiseres haar bezwaarschrift niet binnen de wettelijke termijn heeft ingediend. Het besluit van 5 juli 2023 is gepubliceerd in het Gemeenteblad met nr. 291823. Gelet op het feit dat het primaire (verkeers)besluit betrekking heeft op een algemene gehandicaptenparkeerplaats, is deze niet tot een of meer belanghebbenden gericht. Volgens artikel 3:42 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het verkeer (Babw), geschiedt bekendmaking in dat geval conform de in artikel 5 onderscheidenlijk 6 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze. Artikel 6 van de Bekendmakingswet geeft aan dat het besluit bekend wordt gemaakt middels publicatie in het door het college uitgegeven publicatieblad (het Gemeenteblad). Omdat het besluit op 5 juli 2023 op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt, is de bezwaartermijn op 6 juli 2023 aangevangen. Dit betekent dat de bezwaartermijn tot en met 16 augustus 2023 liep. Nu eiseres haar bezwaarschrift pas op 31 augustus 2023 heeft ingediend, is deze niet binnen de wettelijke termijn ingediend.
6.1
Verder geeft het college aan dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Uit de overlegde mailcorrespondentie blijkt geenszins dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat eiseres niet tijdig bezwaar geeft kunnen (laten) aantekenen. Uit de Procesregeling behandeling bezwaarschriften van het college volgt dat er eerst wordt onderzocht of er, middels een informele aanpak, een oplossing kan worden gevonden. Er is meermaals informeel contact geweest tussen de betrokken partijen, maar het enkel overleggen van de mailcorrespondentie uit de informele fase maakt niet dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. In deze fase wordt immers niet beoordeeld of er sprake is van een ontvankelijk bezwaarschrift, maar staat een vrijblijvende oplossing centraal.
6.2
Ter zitting heeft het college toegelicht dat in de brief die eiseres met haar beroepschrift heeft meegestuurd – gedateerd 5 oktober 2023 en inhoudende een reactie op de brief van het college van 3 oktober 2023 – een verkeerde postcode staat vermeld en dat deze waarschijnlijk daarom niet door het college is ontvangen.
Heeft het college het besluit van 5 juli 2023 op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt?
7. De rechtbank overweegt het volgende. Het besluit van 5 juli 2023 is een verkeersbesluit. Het verkeersbesluit is overeenkomstig artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Babw) en artikelen 2 en 6 van de Bekendmakingswet bekendgemaakt door publicatie in het Gemeenteblad van de gemeente Tilburg, nr. 291823, van 5 juli 2023. Het besluit van 5 juli 2023 is op de wettelijke voorgeschreven wijze bekend gemaakt.
Heeft eiseres tijdig bezwaar gemaakt tegen het besluit van 5 juli 2023?
8. Het verkeersbesluit van 5 juli 2023 is op diezelfde dag gepubliceerd in het Gemeenteblad. De bezwaartermijn is daarmee aangevangen op 6 juli 2023 en geëindigd op
16 augustus 2023.
8.1.
Eiseres heeft op 31 augustus 2023 haar bezwaar ingediend. Het bezwaarschrift is dus niet tijdig ingediend.
Is het te laat indienen van het bezwaarschrift verontschuldigbaar?
9. Eiseres heeft geen reden en daarmee geen verontschuldiging voor de overschrijding van de bezwaartermijn gegeven. Niet gebleken is dat het voor eiseres onmogelijk was om op tijd een (eventueel voorlopig) bezwaarschrift in te (laten) dienen. In de mailcorrespondentie tussen eiseres en het college van 12 tot en met 18 september 2023, waar eiseres naar verwijst (zowel in haar beroepschrift als in de hiervoor genoemde brief van 5 oktober 2023), wordt er besproken of het bezwaar van eiseres via een informele manier kan worden opgelost of dat het bezwaar op een formele manier moet worden behandeld. Uit deze mailcorrespondentie volgt niet dat het bezwaar ontvankelijk is of ontvankelijk had moeten worden verklaard.

Conclusie en gevolgen

10. Het bezwaar is daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is dus ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, in aanwezigheid van L.J. Sijtsma, griffier, op 7 mei 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in staat deze
uitspraak mede te ondertekenen
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
Artikel 26
De bekendmaking van verkeersbesluiten geschiedt op de in de artikelen 5 onderscheidenlijk 6 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
Bekendmakingswet
Artikel 2, tweede lid
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente geeft een gemeenteblad uit.
Artikel 6
Algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en andere besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, vastgesteld door een bestuursorgaan dat behoort tot een van de in artikel 2, eerste tot en met vierde lid, genoemde openbare lichamen, of de in artikel 2, vijfde lid, genoemde openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen, worden bekendgemaakt door plaatsing in het door dat openbaar lichaam, die bedrijfsvoeringsorganisatie of dat gemeenschappelijke orgaan uitgegeven publicatieblad.
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 6:7
De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken.
Artikel 6:8, eerste lid
De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Artikel 6:9, eerste lid
Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
Artikel 6:11
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.