In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen. Eiseres had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar het UWV heeft deze geweigerd na bezwaar van haar voormalige werkgever, die stelde dat haar arbeidsongeschiktheid lager was dan 35%. De rechtbank behandelt de zaak op 29 mei 2024 en stelt vast dat er geen spreekuurcontact heeft plaatsgevonden met een verzekeringsarts, wat een zorgvuldigheidsgebrek oplevert. Echter, dit gebrek wordt hersteld doordat eiseres later is gezien door een deskundige. De rechtbank volgt de conclusies van deze deskundige, die de beperkingen van eiseres opnieuw heeft beoordeeld en een nieuwe Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) heeft opgesteld. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de WIA-uitkering heeft geweigerd, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 18,81%, wat onder de vereiste 35% ligt. Eiseres krijgt wel een vergoeding voor proceskosten en het griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 mei 2025.