ECLI:NL:RBZWB:2025:2772
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Geheimhoudingsbeslissing
- Rechtspraak.nl
Geheimhoudingsbeslissing in belastingzaak met verzoek tot anoniem procederen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 mei 2025 een geheimhoudingsbeslissing genomen in het kader van een verzoek van de inspecteur van de Belastingdienst om anoniem te procederen. De inspecteur had eerder, op 24 december 2024, een verzoek ingediend op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin hij aangaf dat er bedreigingen waren geuit tegen medewerkers van de Belastingdienst door personen die het soevereine gedachtegoed volgen. Dit gedachtegoed leidt tot onjuiste belastingaangiften en andere fiscale problemen, wat de inspecteur aanleiding gaf om geheimhouding te verzoeken voor de namen van de medewerkers die ter zitting zouden verschijnen.
De rechtbank heeft het verzoek om geheimhouding toegewezen, na een afweging van de belangen van de inspecteur en de belanghebbende. De geheimhoudingskamer oordeelde dat het belang van de inspecteur om de namen van de medewerkers geheim te houden zwaarder weegt dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming van deze namen. Belanghebbende heeft niet gereageerd op het verzoek om geheimhouding, wat de rechtbank in haar overwegingen heeft meegenomen. De rechtbank heeft besloten dat de inspecteur anoniem mag procederen in deze zaak, en de beslissing is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.
De beslissing is genomen door rechter A.H.W. Steijn, in aanwezigheid van griffier C.C. van den Berg, en is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze beslissing kan alleen hoger beroep worden ingesteld in combinatie met het hoger beroep tegen de uitspraak in de hoofdzaak, conform artikel 8:104, derde lid, van de Awb.