ECLI:NL:RBZWB:2025:2791
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd op 6 mei 2025, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda behandeld. Het beroep is ingesteld tegen een besluit van 4 december 2024. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en er geen verontschuldigbare reden is voor deze niet-betaling. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht voor deze zaak € 194,- bedraagt. De griffier heeft eiser herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim van de betaling, waardoor het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.