ECLI:NL:RBZWB:2025:2793

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
C/02/434397 / FA RK 25-1995
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van psychische zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 april 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1985. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. W. van der Sande, aanwezig waren, evenals een verpleegkundig specialist die de betrokkene behandelde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene verblijft in een accommodatie onder een crisismaatregel, die door de burgemeester van Goes op 17 april 2025 was genomen. De behandelaar heeft verklaard dat de betrokkene lijdt aan een manisch psychotisch toestandsbeeld en dat er een aanzienlijk risico bestaat op ernstige psychische schade en verwaarlozing. De betrokkene heeft in het verleden vergelijkbare situaties meegemaakt en heeft medicatie afgebouwd, maar vertoont momenteel nog steeds wispelturig gedrag en is wilsonbekwaam ter zake.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van drie weken, waarbij de rechtbank heeft overwogen dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verplichte zorg evenredig en effectief is. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/434397 / FA RK 25-1995
Datum uitspraak: 22 april 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats],
advocaat mr. W. van der Sande te Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. Van der Sande;
  • de heer [naam], verpleegkundig specialist, behandelaar.
1.3.
Tevens was er een begeleidster aanwezig, deze is echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie]. De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 17 april 2025 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het goed met haar gaat. Dat was voorheen al het geval en dat is nu nog steeds zo. Het is volgens betrokkene duidelijk voelbaar dat er geen vertrouwen was, maar dat gaat steeds beter. Ze heeft vier en een half jaar geleden precies hetzelfde meegemaakt als wat ze nu ervaart. Ze heeft destijds medicatie gekregen en daarmee werd alles gedempt. Betrokkene heeft in samenspraak met haar huisarts de medicatie afgebouwd en uiteindelijk gestopt.
4.2.
De behandelaar van betrokkene vertelt dat betrokkene erg vriendelijk is in contact, maar dat al haar uitspraken doorspekt zijn met religieuze tinten. Als betrokkene een vraag beantwoordt is dit een heel ander antwoord dan past bij de vraag. Haar denken verloopt dus nog gedesorganiseerd. Het religieuze beeld noemt de behandelaar waanachtig en er is sprake van een manisch psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene is onder ernstig verzet naar [accommodatie] gebracht. Daarvan zijn de plekken op haar armen nog steeds zichtbaar. De behandelaar denkt dat een behandeling vanuit het vrijwillig kader nog niet mogelijk is. Betrokkene is wispelturig en heeft een verhoogde associativiteit. Volgens de behandelaar is het nog niet verstandig om betrokkene de vrijheid te geven dat ze zelf kan bepalen wanneer ze naar huis wil. Daarvoor dient eerst te worden bekeken of de medicatie het gewenste effect heeft. Daarnaast wordt betrokkene op dit moment wilsonbekwaam ter zake geacht. De bereidheid die betrokkene op dit moment laat zien ten opzichte van de behandeling is volgens de behandelaar niet consistent genoeg. De behandelaar weet niet hoe lang het gaat duren voordat betrokkene wel naar huis kan, aangezien dat bij ieder persoon verschillend is. Het merendeel van de verzochte vormen van verplichte zorg is niet nodig. Volgens de behandelaar zijn het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, opname en het aanbrengen van beperking in de vrijheid het eigen leven in te richten nog noodzakelijk. Dit laatste voor het geval dat betrokkene binnen de drie weken naar huis kan. Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel heeft zich voorgedaan in de thuissituatie en het risico bestaat dat de decompensatie van het manische weer gaat floreren. Dat kan agressie oproepen naar derden en naar zichzelf. Dat is volgens de behandelaar het belangrijkste.
4.3.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek, omdat de behandeling vanuit een vrijwillig kader plaats kan vinden. Betrokkene zit in dezelfde situatie als vier en een half jaar geleden en de behandeling is altijd in samenwerking gegaan. Betrokkene heeft zich verzet tegen de opname, maar dat was in het moment en omdat ze werd overvallen. Nu is er dan ook geen verzet meer en werkt ze aan alles mee. Betrokkene neemt haar medicatie, wil bij de accommodatie blijven en conformeert zich aan het advies van de arts.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
Betrokkene heeft flinke spreekdrang, vertoont agressie naar derden en doet ernstig religieuze uitspraken. Daarbij springt ze van de hak op de tak en is ze moeilijk te onderbreken. Daarnaast doet betrokkene verbaal provocerende uitspraken. Zo viel zij de politie aan bij haar opname en riep daarbij diverse beledigingen. Betrokkene ziet de werkelijkheid anders dan de gewone mens en heeft daarbij een eigen theorie over mensen.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Bij betrokkene uit dit zich in de vorm van een manisch psychotische stoornis.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
  • opnemen in een accommodatie.
5.7.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
De advocaat van betrokkene geeft aan dat betrokkene zich niet verzet tegen de zorg. De rechtbank neemt hierbij van de behandelaar aan dat het herstel nog maar pril is en de bereidheid van betrokkene voor een vrijwillige behandeling nog inconsistent is. Daarmee is op dit moment nog voldoende aannemelijk dat er sprake is van verzet.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats], wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
13 mei 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2025 door mr. Van de Poll, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 6 mei 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.