ECLI:NL:RBZWB:2025:2823

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 mei 2025
Publicatiedatum
12 mei 2025
Zaaknummer
C/02/434193 / FA RK 25-1903
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 mei 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1982, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de beschikking gegeven na een zitting op 28 april 2025, waar betrokkene en haar psychiater zijn gehoord. De rechtbank oordeelt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat haar gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder maatschappelijke teloorgang en bedreiging van haar veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene in een eerdere crisisperiode is opgenomen en dat er een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend. Ondanks enige stabilisatie is er nog steeds een risico op terugval, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging beperkt tot een periode van drie maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/434193 / FA RK 25-1903
Datum uitspraak: 2 mei 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1982 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats],
gehoord aan het [accommodatie], [adres] te [plaats],
advocaat mr. A. Stoel te Dronten.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 14 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door waarnemend advocaat mr. F.J. Koningsveld;
  • de heer [naam], psychiater.
1.3.
De officier is, zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

De rechtbank Midden-Nederland heeft een machtiging tot voortzetting crisismaatregel verleend tot en met 15 april 2025.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van zes maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

De behandelend rechter houdt betrokkene voor dat in de stukken is opgenomen dat zij gedurende enkele weken vermist is geweest en zij vervolgens in een andere regio in verwarde toestand met de politie in aanraking is gekomen. Betrokkene antwoordt daarop dat zij zich daarin niet herkent, ook was er geen sprake van zwerf- of daarmee vergelijkbaar gedrag. Er speelde een conflict tussen haar en haar ex-partner waar zij niet uit kwamen en wat voor haar een belemmering vormde om een nieuwe start te kunnen maken. Ook klikte het niet tussen haar en een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming, onder meer omdat er aan het hebben van contact met haar kind voorwaarden werden verbonden. Die situatie heeft zij inmiddels achter zich kunnen laten. Zij beschikt nu over een eigen appartement, zij werkt en ook heeft zij voorzieningen geregeld, waaronder bij de voedselbank en zich bij een kerkgenootschap aangesloten. Hoewel zij begrijpt dat er over haar zorgen zijn wordt haar situatie in de stukken wel erg negatief neergezet. Zij stelt zich open voor al wat goed is voor haar psychische gezondheid. Echter heeft in haar visie een GGZ behandeling niet langer toegevoegde waarde. Haar vader vervult wat haar gezondheid betreft een regie houdende rol. Ook heeft zij frequent contact met een medewerkster van [maatschappelijk werk].
4.1.
De psychiater brengt naar voren dat hij vaststelt dat de toestand van betrokkene voorzichtig verbetert. Zo laat zij zien dat zij weer in staat is voor zichzelf zaken aan te pakken. Ondanks dat, is zij nog steeds psychotisch kwetsbaar, echter lijkt betrokkene zich daarvan niet of onvoldoende bewust. Het klinisch ontslag is bovendien van betrekkelijk recente datum, waarbij komt dat kort daarvoor er nog een medicatie switch heeft plaats gevonden, terwijl er nog onvoldoende zicht is op het resultaat daarvan. Ondanks dat in samenwerking met betrokkene tot een zelfbindingsverklaring is gekomen acht hij, gelet op de zienswijze van betrokkene met betrekking tot de nog noodzakelijk geachte zorg, waaronder medicatie, verplichte zorg om aan verdere stabilisatie te kunnen (blijven) werken ook op dit moment nog noodzakelijk. Daarbij speelt tevens een belangrijke rol dat herhaling van de eerdere situatie, waarin betrokkene een zekere mate van vluchtgedrag heeft laten zien met alle vervelende gevolgen van dien, zoals in de medische verklaring omschreven, zich zal herhalen. In dat verband benoemt hij als de op dit moment strikt noodzakelijke verplichte zorgvormen het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten en het opnemen in een accommodatie. Verder zou hij zich kunnen vinden in het beperken van de zorgmachtiging in duur, zij het voor een periode van in elk geval 3 maanden. Vervolgens dient bij voorkeur een nieuw toets moment plaats te vinden.
4.2.
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt in de eerste plaats een compliment mag worden gemaakt voor de wijze waarop zij de toestand waarin zij aanvankelijk was geraakt tot dusver heeft weten aan te pakken. Met haar instelling en houding laat zij zien dat zij er uitsluitend op is gericht zo goed mogelijk te herstellen en te stabiliseren. Afgezien daarvan begrijpt hij ook de zorgen, zoals door haar psychiater/behandelaar uiteengezet, nu er op dit moment van een nog pril herstel sprake is. Afgaande op de zienswijze van zijn cliënt, waaruit blijkt dat zij vindt dat zij voldoende is gestabiliseerd en daarom verplichte zorg niet langer noodzakelijk is, stelt hij zich namens haar primair op het standpunt dat het verzoek dient te worden afgewezen. In het geval dat de rechtbank daarover anders mocht oordelen verzoekt hij - bij wijze van subsidiair standpunt - de zorgmachtiging te beperken tot het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, alsook in duur, te weten tot een periode van maximaal 3 maanden en het verzoek voor het overige af te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is op grond van de inhoud van de stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, bestaande uit schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.3.
Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling gebleken dat het gedrag dat voortvloeit uit deze psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
Betrokkene is in verband met een psychotische episode in de periode medio tot eind maart 2025, waarbij sprake was van verwardheid en zwerfgedrag in de regio Almere, crisis opgenomen, waarop vervolgens een machtiging tot voortzetting crisismaatregel is verleend. Met de haar tot dusver geboden zorg is betrokkene al enigszins gestabiliseerd. Echter wijst de behandelaar erop dat dit herstel van prille aard is en dat het risico op een terugval en daaropvolgend herhaling van de hiervóór beschreven situatie, die tot een crisisopname heeft geleid, nog steeds aanwezig wordt geacht.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Betrokkene laat blijken dat zij vindt dat zij haar leven weer voldoende op orde heeft, alsook van een andere zienswijze over andere personen/instanties dan de GGZ zorg op wie zij een beroep zou willen doen om verder te herstellen. Gelet daarop dient er naar het oordeel van de rechtbank van te worden uit gegaan dat betrokkene niet of althans onvoldoende intrinsiek gemotiveerd is om aan de zorg, die volgens haar behandelaar ter verdere stabilisatie nog noodzakelijk is, mee te werken indien er van een vrijwillig kader sprake is. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen, zij het dat op grond van de inhoud van de stukken en de mondelinge toelichting van de behandelaar aanleiding wordt gezien deze in duur te beperken tot een periode van 3 maanden, onder afwijzing van het meer dan wel anders verzochte.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1982 in [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 augustus 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2025 door mr. Willemsen, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 12 mei 2025
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.