In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De belanghebbende had op 15 september 2023 zijn auto geparkeerd aan de Parkstraat te Breda, maar had per abuis de verkeerde parkeerzone geselecteerd via een parkeerapp. De heffingsambtenaar legde een naheffingsaanslag op van € 54,25, bestaande uit € 1,50 aan belasting en € 52,75 aan kosten. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van de belanghebbende terecht ongegrond heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat de parkeerbelasting een objectieve belasting is en dat opzet of schuld geen rol speelt bij de verschuldigdheid van de belasting. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar het parkeerregime en dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De hoogte van de naheffingsaanslag is ook niet onredelijk, aangezien deze is vastgesteld volgens de geldende verordening. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.