ECLI:NL:RBZWB:2025:2864
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de subsidievaststelling en terugvordering van voorschot op basis van de Derde tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (Now-3)
Op 12 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres V.O.F. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechtbank beoordeelt het beroep van eiseres tegen de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming in de loonkosten en de terugvordering van een uitbetaald voorschot op grond van de Derde tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (Now-3), vierde tranche. Eiseres had een voorschot van € 3.606,= ontvangen, maar heeft geen aanvraag ingediend voor de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming, wat haar verplichting was. Eiseres gaf aan dat dit een administratieve fout was en dat zij in de veronderstelling verkeerde dat de aanvraag al was ingediend. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet kan worden vrijgesteld van deze verplichting, aangezien zij meerdere keren door de minister op de noodzaak van de aanvraag is gewezen. De rechtbank concludeert dat de minister de tegemoetkoming op nihil heeft kunnen vaststellen en het voorschot kan terugvorderen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar bepaalt dat de minister het griffierecht van € 365,= aan eiseres moet vergoeden vanwege een motiveringsgebrek in het bestreden besluit. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.