9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
diefstal, voorafgegaan en gevolgd van geweld tegen een persoon, gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht
mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde
personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 255 (tweehonderdvijfenvijftig) dagen, waarvan 90 (negentig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
1. dat verdachte zich zal melden bij de reclassering gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd), zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
2. dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met het slachtoffer [aangever] , geboren op [geboortedag 2] 1984, zo lang de reclassering of het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
3. dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
4. dat verdachte zich laat begeleiden door [zorgverlener] of een soortgelijke instantie, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de regels en aanwijzingen die gegeven worden voor de begeleiding;
5. dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
6. dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 60 (zestig) uur;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
30 (dertig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever] van
€ 1.445,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 8 oktober 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever] , € 1.445,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf
8 oktober 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 24 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.M.J.C. Paijmans, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.E.A.M. van der Ven-van de Riet, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 mei 2025.
Bijlage I: De tenlastelegging
hij op of omstreeks 8 oktober 2024 te Tilburg
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een fatbike, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever]
[aangever] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door die [aangever] :
- te duwen tegen het lichaam (waardoor die [aangever] ten val is
gekomen), en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, te slaan tegen het lichaam,
en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, te trappen tegen het
lichaam.
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art
312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)