ECLI:NL:RBZWB:2025:2882
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke zaak over besluitvorming minister van Financiën
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van 6 november 2024, waarin de rechtbank zich onbevoegd had verklaard om kennis te nemen van het beroep van de opposant tegen de minister van Financiën. De opposant stelde dat de minister niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 8 februari 2024, waarin de minister had besloten de schuld aan een deurwaarder inzake ABN AMRO over te nemen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van het niet op tijd nemen van een besluit, en dat de opposant zich in dat geval tot de civiele rechter moest wenden. De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard, omdat de eerdere uitspraak terecht was en er geen aanleiding was om anders te oordelen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de beslissing op bezwaar van 8 februari 2024 inmiddels was herzien, waardoor de schuld niet door de minister was overgenomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.