Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- feit 1: als politieambtenaar samen met anderen misbruik heeft gemaakt van zijn gezag door hulpofficieren van justitie op grond van onjuiste informatie machtigingen tot binnentreden in woningen te laten ondertekenen, zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoners en zonder machtiging tot binnentreden woningen te betreden en te doorzoeken en processen-verbaal in strijd met de waarheid op te maken;
- feit 2: opzettelijk een valse verklaring heeft afgelegd in een op ambtseed of -belofte opgemaakt proces-verbaal. Dit is subsidiair ten laste gelegd als valsheid in geschrifte.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Algemene overwegingen
fair trial, zoals dat is vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De rechtbank begrijpt dit verweer zo dat na een disciplinair straftraject geen strafrechtelijk traject mag volgen, omdat dit strijd oplevert met het beginsel ‘ne bis in idem’ en leidt tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie te leiden.
Zaaksdossier 8 ( [adres 6] te [plaats 4] )
Conclusie
24 oktober 2018te [plaats 4] , als politieambtenaar, werkzaam bij het [basisteam] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk door misbruik van gezag iemand heeft gedwongen iets te dulden, immers
hebbenverdachte en zijn mededader zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoners en zonder rechtsgrond een woning doorzocht;
in de periode van 23 oktober 2018 tot en met 26 oktober 2018, in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, in een onder meer door hem, werkzaam als brigadier van politie bij [basisteam] , ambtsedig opgemaakt proces-verbaal d.d.
25oktober 2018, betreffende [adres 6] te [plaats 4] (zie p. 1055 e.v. van het einddossier), schriftelijk, opzettelijk valselijk een verklaring onder ede heeft afgelegd, door tezamen en in vereniging met zijn mededader, schriftelijk, opzettelijk valselijk in strijd met de waarheid te verklaren:
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis;
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 oktober 2017 tot en met 10 april 2019, te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of [plaats 4] , althans in de [gemeente] , als (politie)ambtenaar, werkzaam bij het [basisteam] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk door misbruik van gezag iemand heeft gedwongen iets te doen en/of niet te doen en/of te dulden, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- een of meer hulpofficier(en) van justitie op grond van valse en/of onjuiste en/of onvolledige weergegeven of verstrekte informatie (een) machtiging(en) tot binnentreden in (een) woning(en) laten ondertekenen en/of
- zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner(s) en/of zonder machtiging tot binnentreden en/of zonder (rechts)grond(en) een of meer (besloten) erven en/of woning(en) betreden en/of (vervolgens) doorzocht en/of (al dan niet naar aanleiding van vorenstaande)
- (vervolgens) een of meerdere mutaties en/of processen-verbaal in strijd met de waarheid en/of zeer summier opgemaakt en/of gebruikt;
hij, in of omstreeks de periode van 23 oktober 2018 tot en met 26 oktober 2018, in de [gemeente] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een (onder meer) door hem, werkzaam als brigadier van politie bij [basisteam] , ambtsedig opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 oktober 2018, betreffende [adres 6] te [plaats 4] (zie p. 1055 e.v. van het einddossier), in elk geval in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vordert en/of daaraan rechtsgevolgen verbindt, schriftelijk, persoonlijk, opzettelijk valselijk een verklaring onder ede heeft afgelegd, door tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, persoonlijk, schriftelijk, opzettelijk valselijk geheel of ten dele in strijd met de waarheid te verklaren:
- (op pagina 1 van het proces-verbaal) “Hierop zijn wij naar de woning van [benadeelde] en [naam] aan [adres 6] te [plaats 4] gegaan waar wij binnen gelaten werden” en/of
- (op pagina 2 van het proces-verbaal) “Wij zagen dat naast de koolstoffilter een bruin doek aan het plafond hing met daarachter een matras tegen de muur. Gezien de bouw van de woning hadden wij sterk het vermoeden dat er achter dit matras nog een ruimte zou zijn. Echter hoorden wij dat [benadeelde] zei dat wij niet mochten verder zoeken in zijn woning” en/of (vervolgens) dit proces-verbaal op ambtseed/ambtsbelofte te ondertekenen, zulks terwijl de valse verklaring is afgelegd in een strafzaak ten nadele van de beklaagde of verdachte;
a. een proces-verbaal van bevindingen (PL2300-2018162799-4) d.d. 24 oktober 2018 betreffende [adres 6] te [plaats 4] (zie p. 1055 e.v. van het einddossier),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, bestaande de valsheid of vervalsing hierin dat in dat voornoemd proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 oktober 2018 (telkens), in strijd met de waarheid, staat vermeld en/of is opgenomen met betrekking tot a:
- (op pagina 1 van het proces-verbaal): “Hierop zijn wij naar de woning van [benadeelde] en [naam] aan [adres 6] te [plaats 4] gegaan waar wij binnen gelaten werden” en/of
- (op pagina 2 van het proces-verbaal): “Wij zagen dat naast de koolstoffilter een bruin doek aan het plafond hing met daarachter een matras tegen de muur. Gezien de bouw van de woning hadden wij sterk het vermoeden dat er achter dit matras nog een ruimte zou zijn. Echter hoorden wij dat [benadeelde] zei dat wij niet mochten verder zoeken in zijn woning” en/of
dat hij, in of omstreeks de periode van 23 oktober 2018 tot en met 26 oktober 2018 in de [gemeente] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (meermalen) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van een of meer valse of vervalste geschriften, te weten voornoemde proces-verbaal onder a., zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift echt en onvervalst en/of opzettelijk zodanige geschriften heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte en of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die geschriften bestemd waren voor zodanig gebruik, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededaders, genoemde proces-verbaal onder a. op of omstreeks 26 oktober 2018 bij de het Openbaar Ministerie en de Rechtbank heeft ingediend en bestaande die valsheid uit hetgeen hiervoor onder de gedachtestreepjes bij 'met betrekking tot a.' staat gemeld althans is opgenomen als zijnde in strijd met de waarheid.