In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 mei 2025 een nadere beschikking gegeven over een (spoed)machtiging voor gesloten jeugdhulp in het kader van de jeugdreclassering. De zaak betreft de minderjarige [minderjarige], geboren in 2008, die onder toezicht staat van de Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft eerder al verschillende machtigingen verleend voor gesloten jeugdhulp, maar de situatie van de minderjarige is zorgwekkend. De minderjarige heeft zich onttrokken aan de zorg en er zijn signalen van crimineel gedrag. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige afgewogen en geconcludeerd dat een reguliere machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. De kinderrechter heeft het resterende deel van het spoedverzoek afgewezen en een machtiging verleend voor de duur van twee maanden, met ingang van 7 mei 2025. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er een rol voor de Raad voor de Kinderbescherming kan zijn in deze zaak, gezien de complexe situatie van de minderjarige.