ECLI:NL:RBZWB:2025:2896
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens niet tijdig overleggen uittreksel handelsregister
Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechtbank had eerder, op 17 februari 2025, het beroep van de opposante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen uittreksel uit het handelsregister had overgelegd. De opposante dacht dat dit document al in het bezit van de rechtbank was vanwege een eerdere beroepszaak. In het verzet heeft de opposante aangevoerd dat zij in de veronderstelling verkeerde dat het uittreksel niet opnieuw ingediend hoefde te worden. De rechtbank heeft het verzet op 16 april 2025 behandeld, waarbij de opposante zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde, terwijl de minister niet aanwezig was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de opposante geen argumenten heeft aangedragen die de eerdere beslissing konden ondermijnen. De rechtbank benadrukte dat het verzuim van het niet indienen van het uittreksel aan de opposante kan worden tegengeworpen, ondanks haar veronderstelling. De rechtbank had de opposante eerder al meerdere keren de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar zij had hier niet op gereageerd. De rechtbank concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat de eerdere uitspraak in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.