Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
of een ander officieel inschrijfadres in Nederland”. Dit hoeft dus niet per se de woning te zijn, maar kan ook bijvoorbeeld het adres van zijn vriendin of moeder zijn.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 april 2025 uitspraak gedaan in een bodemzaak tussen Stichting WonenBreburg en een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. De kern van de zaak betreft de vraag of de huurder, gedaagde, de huurwoning van de verhuurder, WonenBreburg, moet verlaten. De verhuurder stelt dat de huurder zich niet heeft gehouden aan de verplichting om de woning zelf te bewonen en daar zijn hoofdverblijf te houden. De kantonrechter heeft in het vonnis vastgesteld dat de huurder gedurende een lange periode, namelijk tijdens zijn detentie, de woning niet heeft bewoond, wat in strijd is met de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een onredelijk bezwarend beding in de algemene voorwaarden van WonenBreburg, en dat de huurder tekort is geschoten in zijn verplichtingen. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de huurder veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Tevens is de huurder verplicht om een vergoeding te betalen voor het gebruik van de woning zolang deze niet ontruimd is. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde.