ECLI:NL:RBZWB:2025:292

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
C/02/430173 / FA RK 24-6046
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 januari 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstige risico's zijn voor de betrokkene en zijn omgeving, waaronder gevaar voor lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank heeft eerder op 8 juli 2024 een zorgmachtiging verleend die op 8 januari 2025 afloopt. De betrokkene heeft aangegeven plannen te hebben om naar Curaçao te gaan, maar de rechtbank oordeelt dat de zorgmachtiging noodzakelijk is om te voorkomen dat de betrokkene zonder toezicht terugvalt in problematisch gedrag. De rechtbank heeft de verzoeken van de betrokkene en zijn advocaat om de zorgmachtiging af te wijzen of de duur te verkorten afgewezen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg nodig is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 3 januari 2026, en heeft de overige verzoeken afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/430173 / FA RK 24-6046
Datum uitspraak: 3 januari 2025
Beschikking zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1979 op [geboorteplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [woonplaats],
advocaat: mr. T.R. Hüpscher te Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 december 2024.
1.2
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden in de [accommodatie] te [plaats]. Daarbij waren aanwezig en zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • behandelaar, de heer [naam].

2.Wat vaststaat

2.1
De rechtbank heeft bij beschikking van 8 juli 2024 een zorgmachtiging verleend tot en met 8 januari 2025.

3.Het verzoek

3.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat een nieuwe zorgmachtiging zijn plannen om naar Curaçao te gaan, zullen dwarsbomen. Betrokkene wil daar zes maanden naartoe om zijn rijbewijs te halen. De zorgmachtiging zal hem in zijn vrijheid beperken. Bovendien is een zorgmachtiging niet meer nodig, want hij gebruikt geen middelen meer en hij heeft een manier gevonden om met zijn seksualiteit om te gaan. Daarbij komt ook dat betrokkene vrijwillig zijn medicatie zal blijven nemen, ondanks de bijwerkingen die hij daarvan ervaart. Betrokkene is blij dat er gesprekken worden gevoerd over de dosering van de medicatie.
4.2
De behandelaar verklaart, samengevat, als volgt. Op dit moment gaat het goed met betrokkene. De zorg is in de afgelopen drie à vier maanden afgeschaald. Wel wordt nog steeds depotmedicatie toegediend. Betrokkene staat er niet voor open dit in een vrijwillig kader voort te zetten. Daarom moet betrokkene vanuit een verplicht kader gemonitord blijven worden, ook vanwege de risicofactoren. Dat betrokkene nu aangeeft naar Curaçao te willen vertrekken, is nieuwe informatie. Bezien moet worden of dit qua zorg ook te regelen is. Wanneer er geen zorgmachtiging zou zijn, zou betrokkene stoppen met zijn medicatie. Dit zal betekenen dat betrokkene terugvalt in een bij hem bekend toestandsbeeld met seksueel grensoverschrijdend gedrag. In de komende periode moet worden bekeken of de positieve lijn die betrokkene heeft ingezet ook bestendig is. Daarbij hoort ook een afbouw van de medicatie. De laatste opname van betrokkene dateert van 2012. Een opname als vorm van verplichte zorg is dan ook niet nodig. Het verrichten van medische controles evenmin, omdat betrokkene daar aan meewerkt.
4.3
De advocaat bepleit, primair, om afwijzing van het verzoek. Het gaat goed met betrokkene en het ernstig nadeel openbaart zich niet. Betrokkene wil niet terugvallen in oud gedrag en zegt medicatie te zullen gebruiken. Subsidiair, wanneer de rechtbank een zorgmachtiging toch nodig vindt, wordt verzocht de duur daarvan te bekorten tot drie maanden. De advocaat wijst er daarbij op dat de vorige machtiging ook in duur is bekort.

5.De beoordeling

5.1
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelengerelateerde en verslavingsstoornissen en overige dsm-5 stoornissen.
5.3
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat wanneer betrokkene psychotisch ontregelt hij seksueel ontremd gedrag laat zien. Betrokkene is meerdere keren in aanraking gekomen met politie en justitie vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Daarnaast bestaat er door het gedrag van betrokkene het risico dat hij zijn woning verliest door overlastgevend gedrag, het risico op toebrengen ven psychische schade bij een ander en oproepen van agressie over zichzelf bij een ander.
5.5
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Hoewel betrokkene aangeeft zijn medicatie vrijwillig te zullen blijven nemen, heeft de rechtbank er onvoldoende vertrouwen in dat met betrokkene op dit moment al (behandel)afspraken zijn te maken in het vrijwillig kader. De rechtbank volgt hierin hetgeen de behandelaar naar voren heeft gebracht; wanneer er geen zorgmachtiging is, wordt verwacht dat betrokkene met zijn medicatie zal stoppen. Dit moet worden voorkomen, omdat het nu juist beter met betrokkene gaat. De rechtbank ziet dat betrokkene vorderingen maakt en er sprake is van een pril herstel. Echter, dit is nog niet zodanig dat betrokkene onder eigen regie zijn behandeling kan voortzetten. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.7
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
5.7.1
Het voorgaande betekent dat de rechtbank, gelet op de verklaring van de behandelaar, ‘verrichten van medische controles’, ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’ als vormen van verplichte zorg zal afwijzen, omdat betrokkene dit niet nodig heeft.
5.7.2
Gelet op de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaan dat betrokkene contact heeft met zijn ambulant behandelteam en hij door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet nodig.
5.8
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.1
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden. Anders dan de advocaat bepleit, zal de rechtbank niet overgaan tot een bekorting van de verzochte termijn. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat er in de komende periode veel veranderingen aanstaande zijn. Zo wordt de medicatie van betrokkene verminderd en wenst betrokkene voor langere tijd naar Curaçao te gaan. De mogelijkheden voor het maken van deze reis moeten worden onderzocht en als dit doorgaat moet deze worden voorbereid. Ook bij terugkomst moet de situatie van betrokkene worden gemonitord. De rechtbank wil voorkomen dat de veranderingen in het leven van betrokkene tot een disbalans zullen leiden. Daarom kiest de rechtbank ervoor om de zorgmachtiging te verlenen voor de verzochte duur van twaalf maanden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1979 op [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen;
- het toedienen van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals is weergegeven in rechtsoverweging 5.7.2.
6.2
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 januari 2026;
6.3
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2025 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, griffier, en op schrift gesteld op 17 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.