ECLI:NL:RBZWB:2025:2925

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
BRE 24/2069
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting met compromis tussen partijen

Op 14 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De zaak betreft een beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die op 9 februari 2024 een naheffingsaanslag parkeerbelasting had opgelegd. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 14 mei 2025 hebben partijen een compromis bereikt. Ze zijn overeengekomen dat de naheffingsaanslag in stand blijft, maar dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51,- aan de belanghebbende zal vergoeden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, maar heeft de heffingsambtenaar wel verplicht om het griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van mr. L.C.J.A. Miseré, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/2069

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 9 februari 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd met aanslagnummer [aanslagnummer] (de naheffingsaanslag).
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 14 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de heffingsambtenaar [persoon].

Beoordeling door de rechtbank

2. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt. Partijen zijn overeengekomen dat de naheffingsaanslag in stand blijft, en dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51,- aan belanghebbende zal vergoeden. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen en het beroep ongegrond verklaren.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is ongegrond. Op basis van de ter zitting gemaakte afspraken moet de heffingsambtenaar wel het griffierecht aan belanghebbende vergoeden. Belanghebbende heeft geen proceskosten gesteld.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51,- aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van mr. L.C.J.A. Miseré, griffier, op 14 mei 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.