ECLI:NL:RBZWB:2025:2940

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
C/02/432810 / FA RK 25-1211
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Hopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding tussen partijen met gemeenschappelijk verzoek en ouderschapsplan

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een gemeenschappelijk echtscheidingsverzoek van een man en een vrouw, die in 2008 in Griekenland zijn gehuwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, waardoor de echtscheiding is uitgesproken. De man heeft de Griekse nationaliteit en de vrouw de Nederlandse nationaliteit. Beide partijen hebben een advocaat, mr. M.P. Kapteijn, die hen vertegenwoordigt in deze procedure. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, maar heeft wel de mening van de minderjarige kinderen opgevraagd, die hierop niet hebben gereageerd.

De rechtbank heeft de afspraken die partijen hebben gemaakt in een echtscheidingsconvenant en een ouderschapsplan opgenomen in de beschikking. De rechtbank heeft het verzoek van partijen om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren afgewezen, omdat de echtscheiding pas ingaat op het moment dat de beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Brok, en is gebaseerd op de relevante artikelen van het Nederlandse recht en het Brussel II-ter verdrag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/02/432810 / FA RK 25-1211
Datum uitspraak: 13 mei 2025
Beschikking echtscheiding
in de zaak van
[de man],
wonend in [woonplaats],
hierna te noemen de man,
advocaat mr. M.P. Kapteijn te Middelburg,
en
[de vrouw],
wonend in [woonplaats],
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.P. Kapteijn te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift van partijen met bijlage(n), ontvangen op 11 maart 2025.
1.2.
Een zitting heeft niet plaatsgevonden.
1.3.
De rechtbank heeft [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar hun mening gevraagd. Zij hebben hun mening niet gegeven.

2.Wat vaststaat

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum 1] 2008 in Paiania, Griekenland.
2.2.
De huwelijksakte is op [datum 2] 2008 ingeschreven te ‘s Gravenhage
2.3.
De man heeft de Griekse nationaliteit en de vrouw de Nederlandse nationaliteit.
2.4.
De minderjarige kinderen van partijen zijn:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2015 in [geboorteplaats 1];
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2010 in [geboorteplaats 2].

3.De beoordeling

De bevoegdheid van de rechtbank en het recht dat van toepassing is
3.1.
De rechtbank is bevoegd te beslissen op de verzoeken van partijen en het Nederlands recht is van toepassing. [1]
Echtscheiding
3.2.
De rechtbank spreekt de echtscheiding tussen partijen uit zoals verzocht, omdat partijen vinden dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht. Dat betekent dat zij niet samen verder kunnen als echtgenoten.
Opname convenant en ouderschapsplan
3.3.
Partijen hebben afspraken gemaakt in een echtscheidingsconvenant en een daarvan deel uitmakend ouderschapsplan. De rechtbank zal deze afspraken opnemen in de beschikking zoals verzocht. De rechtbank hecht het convenant en het ouderschapsplan daarom aan deze beschikking.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.4.
Partijen verzoeken de rechtbank de beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat betekent dat deze meteen ingaat, ook als iemand het er niet mee eens is en in hoger beroep gaat. De rechtbank wijst dit verzoek af. De echtscheiding kan de rechtbank niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het huwelijk pas eindigt op het moment dat deze beschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd op [datum 1] 2008 in Paiania, Griekenland;
4.2.
bepaalt dat de onderling getroffen regeling in het convenant en ouderschapsplan als in de beschikking opgenomen moet worden beschouwd onder verwijzing naar de als bijlage ingevoegde scan van het convenant en ouderschapsplan van 28 februari 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hopmans, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Brok, griffier op 13 mei 2025.

Voetnoten

1.Art. 3 Brussel II-ter en art. 10:56 BW, art. 4 Rv en het Nederlandse interne recht.