ECLI:NL:RBZWB:2025:2941

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
11510043 CV EXPL 25-449
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Broek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onterecht ontvangen inruilbedrag na verkoop van een auto

In deze civiele zaak heeft Van Mossel RDN 1 B.V., handelend onder de naam Van Mossel Renault Dacia Breda, een vordering ingesteld tegen een koper die een auto heeft gekocht en tegelijkertijd een andere auto heeft ingeruild. De koopprijs van de nieuwe auto is verlaagd met het inruilbedrag, dat door Van Mossel aan de koper is uitbetaald. De koper heeft het inruilbedrag van € 14.000,-- onterecht ontvangen, omdat dit bedrag al was verrekend met de koopprijs van de nieuwe auto. Van Mossel heeft de koper meerdere keren verzocht om het bedrag terug te betalen, maar de koper heeft dit nagelaten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de koper het bedrag van € 14.000,-- moet terugbetalen, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koper in verzuim is geraakt, omdat hij niet tijdig heeft betaald na een aanmaning. De vordering van Van Mossel is toegewezen, inclusief de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11510043 \ CV EXPL 25-449
Vonnis van 14 mei 2025
in de zaak van
VAN MOSSEL RDN 1 B.V., T.H.O.D.N. VAN MOSSEL RENAULT DACIA BREDA, handelend onder de naam
VAN MOSSEL RENAULT DACIA BREDA,
te Tiel,
eisende partij,
hierna te noemen: Van Mossel,
gemachtigde: mr. A.C.T. Paijmans,
tegen
[koper] , H.O.D.N. [bedrijf], handelend onder de naam
[bedrijf],
te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [koper] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

Van Mossel heeft aan [koper] een auto verkocht. [koper] heeft gelijktijdig een auto ingeruild. Op de koopprijs is het inruilbedrag in mindering gebracht. Het restant van de koopprijs is voldaan. Daarna heeft Van Mossel het inruilbedrag betaald door storting op de bankrekening van [koper] . De kantonrechter oordeelt dat [koper] het bedrag dat hij onterecht heeft ontvangen moet terugbetalen aan Van Mossel. De kantonrechter licht dit toe.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het extract audiëntieblad van 5 februari 2025 waarin gedaagde zegt voor antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1
Van Mossel heeft aan [koper] op 13 oktober 2023 een Renault, met [kenteken 1] , verkocht voor een bedrag van € 41.851,81.
3.2.
[koper] heeft op datzelfde moment zijn personenauto, eveneens van het merk Renault, met [kenteken 2] ingeruild voor een bedrag van € 14.000,--.
3.3.
Het inruilbedrag is verrekend met de koopprijs van de nieuwe auto en [koper] heeft het restantbedrag betaald.
3.4.
Op 12 januari 2024 heeft Van Mossel het (inruil)bedrag van 14.000,-- aan [koper] uitbetaald.
3.5.
Van Mossel heeft [koper] diverse malen aangeschreven tot terugbetaling van het bedrag van € 14.000,--, waaronder bij brief van 19 september 2024. [koper] heeft het bedrag niet terugbetaald.

4.Het geschil

4.1.
Van Mossel vordert - samengevat - betaling van een bedrag van € 14.000,-- in hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten.
4.2.
Van Mossel legt aan de vordering ten grondslag dat zij dit bedrag per abuis en – zo begrijpt de kantonrechter- onverschuldigd heeft betaald.
4.3.
[koper] erkent dat hij het bedrag van € 14.000,-- terug moet betalen. Hij geeft aan dat hij dit bedrag niet terug kan betalen. Verder betwist hij dat hij de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter oordeelt dat [koper] het bedrag van € 14.000,-- terug moet betalen. Daarnaast zal [koper] over het bedrag van € 14.000,-- wettelijke rente moeten betalen. Ook zal [koper] buitengerechtelijke kosten moeten betalen.
Terugbetaling koopprijs
5.2.
Het bedrag van € 14.000,-- is door Van Mossel betaald zonder dat daarvoor een reden was (in juridische termen: zonder dat daarvoor een rechtsgrond aanwezig was). Het bedrag van € 14.000,-- was al verrekend met de koopprijs van de auto en Van Mossel was dit dus niet (meer) verschuldigd. [koper] heeft dit bedrag onterecht ontvangen en moet dit daarom terugbetalen. [koper] erkent dat hij het bedrag van € 14.000,-- terug moet betalen.
5.3.
[koper] heeft nog opgemerkt dat hij het bedrag van € 14.000,-- niet terug kan betalen en dat hij een schuldhulpverleningstraject is gestart bij de gemeente. Of dit inderdaad zo is, kan de kantonrechter niet beoordelen, maar zelfs als dat zo is, dan is dat niet van invloed op het oordeel dat het bedrag onterecht is ontvangen en zal moeten worden terugbetaald.
Wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten
5.4.
Van Mossel vordert wettelijke handelsrente over de hoofdsom. De kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van een handelstransactie als bedoeld in artikel 6:119a BW en zal daarom de wettelijke rente toewijzen in plaats van de wettelijke handelsrente. De wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van 26 september 2024. In de brief van 19 september 2024 is [koper] in de gelegenheid gesteld uiterlijk 26 september 2024 te betalen. Nu betaling is uitgebleven is [koper] vanaf 26 september 2024 in verzuim.
5.5.
Verder vordert Van Mossel nog een bedrag van € 914,99 voor vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering is getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Het gevorderde bedrag van € 914,99 zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.6.
[koper] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Van Mossel worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
120,78
- griffierecht
1.461,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.528,78

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [koper] om aan Van Mossel te betalen een bedrag van € 14.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 26 september 2024, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [koper] om aan Van Mossel te betalen een bedrag van € 914,99 aan buitengerechtelijke kosten,
6.3.
veroordeelt [koper] in de proceskosten van € 2.528,78, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [koper] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Broek en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.