ECLI:NL:RBZWB:2025:2954

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
C/02/433925 / FA RK 25-1774
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1981. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van een verzoekschrift op 7 april 2025. Tijdens de zitting, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat en enkele zorgprofessionals. De betrokkene had eerder een crisismaatregel gekregen en was op 7 maart 2025 vrijwillig opgenomen in een HIC na een incident op de snelweg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene onvoldoende gemotiveerd is om vrijwillig mee te werken aan zijn behandeling. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Meyboom en op schrift gesteld op 12 mei 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/433925 / FA RK 25-1774
Datum uitspraak: 25 april 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] , [land] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats] ,
verblijvende te [plaats] , [accommodatie] , [locatie] ,
advocaat mr. G.H.M. van Laarhoven te Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 7 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 25 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de heer [naam 1], psycholoog FACT;
  • de heer [naam 2], casemanager;
  • mevrouw [naam 3], GZ psycholoog.
Betrokkene geeft in eerste instantie aan niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te willen zijn. Vervolgens stemt hij, na een gesprek met de behandelend rechter, alsnog in met een gesprek over het verzoek in het bijzijn van zijn advocaat, maar niet in aanwezigheid van de beide psychologen en de casemanager. Na bespreking van het verzoek voegen de psycholoog FACT, de GZ psycholoog en de casemanager zich bij het gesprek. Betrokkene kiest er vervolgens voor ook bij de verdere mondelinge behandeling van het verzoek aanwezig te zijn.

2.Wat vaststaat

De rechtbank heeft op 19 maart 2025 een machtiging tot voortzetting crisismaatregel verleend tot en met 9 april 2025.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 7:11 van de Wvggz, voor de duur van zes maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene spreekt mompelend en moeilijk verstaanbaar. Daaruit blijkt dat betrokkene vindt dat hij gezond leeft en dat hij geen medicatie nodig heeft. Wel zou hij de opname nog enige tijd, zij het op vrijwillige basis, willen voortzetten en met zijn behandelaar in gesprek willen gaan. Ook wil hij zijn naam en die van zijn kinderen veranderen. Vervolgens geeft betrokkene aan, in reactie op de vraag van zijn advocaat of hij zich erin zou kunnen vinden als wordt beslist dat hij met ontslag kan of dat hij liever opgenomen wil blijven, dat hij daarop niet kan antwoorden.
4.2.
De GZ psycholoog brengt naar voren dat betrokkene op 7 maart 2025 in eerste instantie vrijwillig is opgenomen op de HIC, nadat hij in verwarde toestand lopend op de snelweg werd aangetroffen en hij daarvoor een tas had achtergelaten bij de Tweede Kamer. Daaropvolgend is er een crisismaatregel verleend, die is voortgezet tot en met 9 april 2025. Aanvankelijk had de medicatie in de vorm van anti-psychotica resultaat, zodat met betrokkene beter een gesprek kon worden gevoerd. Echter sinds circa anderhalve week is sprake van een verslechtering. Betrokkene houdt een verkeerd dag- en nachtritme aan en hij brengt veel tijd door achter de computer, naar zijn zeggen wegens een lopende zaak bij het Hooggerechtshof. Omdat daardoor sprake is van een toenemend slaapgebrek en dit de behandeling belemmert wordt ook slaapmedicatie ingezet. Betrokkene neemt zijn medicatie echter niet consequent in. Verplichte zorg acht zij noodzakelijk om te werken aan verdere stabilisatie van betrokkene en omdat betrokkene onvoldoende intrinsiek gemotiveerd is om daaraan vrijwillig te blijven meewerken.
4.3.
De psycholoog van het FACT en de casemanager sluiten zich aan bij hetgeen door de GZ psycholoog naar voren is gebracht.
4.4.
De advocaat van betrokkene voert aan dat hij tweemaal tevergeefs heeft geprobeerd om met zijn cliënt tot een voorbespreking van het verzoek te komen. Hij is dan ook niet bekend met de zienswijze van zijn cliënt en kan daarom geen standpunt innemen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is op grond van de inhoud van de stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type.
5.3.
Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling gebleken dat het gedrag dat voortvloeit uit deze psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
Betrokkene is eerder in crisis opgenomen, nadat hij in psychotische toestand over de snelweg had gelopen. Betrokkene vertoont nog steeds gedesorganiseerd denkgedrag en kampt met slaapgebrek, waardoor hij uitgeput raakt. Dit bij elkaar maakt dat het risico op ernstig nadeel, als hiervóór beschreven, nog steeds aanwezig is.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Betrokkene is onvoldoende intrinsiek gemotiveerd om de noodzakelijke zorg te accepteren en daaraan mee te werken indien er van een vrijwillig kader sprake is. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, bestaande uit het onderhouden van contact met het ambulante team;
  • opnemen in een accommodatie.
Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet nodig, zodat deze vorm van zorg zal worden afgewezen.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor de verzochte duur van zes maanden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] , [land] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 oktober 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2025 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier, en op schrift gesteld op 12 mei 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.