Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 29 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
- verklaring voor recht dat de tussen partijen bestaande huurovereenkomst aan [adres] op 30 november 2022 rechtsgeldig beëindigd is;
- veroordeling tot betaling van
- veroordeling tot betaling van € 1.518,97 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- veroordeling in de proceskosten.
- verklaring voor recht dat de tussen partijen bestaande huurovereenkomst aan [adres] op 7 juli 2022 is geëindigd;
- verklaring voor recht dat aan haar een huurkorting wordt toegekend van €18.822,22, welk bedrag in mindering mag worden gebracht op de huurachterstand en/of daarmee mag worden verrekend;
- verklaring voor recht dat dat Inbev in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid door de overname c.q. indeplaatsstelling te frustreren en aldus ten onrechte aanspraak maakt op de huurtermijnen vanaf april 2021
- met veroordeling in de proceskosten.
5.De beoordeling
6.De beslissing
woensdag 29 januari 2025voor uitlating door [huurder] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden
februari 2025tot en met
juli 2025dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,