ECLI:NL:RBZWB:2025:2971

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
02-161878-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 16 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van [betrokkene]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De tbs is op 23 mei 2023 aangevangen en is het gevolg van een eerdere veroordeling door het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch voor huisvredebreuk en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij [betrokkene] sprake is van een ongespecificeerde schizofreniestoornis, een licht verstandelijke beperking en vermoedens van een stoornis in het gebruik van alcohol. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen, omdat de kans op recidive groot is zonder de huidige intensieve begeleiding en behandeling. Tijdens de zitting is de officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, gehoord, evenals de verdediging, vertegenwoordigd door mr. C.E.J.E. Kouijzer. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tijdig is ingediend en dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de behandeling van [betrokkene] nog niet is aangevangen en dat er nog vele stappen moeten worden ondernomen, waarvoor zeker twee jaar nodig is. De rechtbank heeft daarom besloten de tbs met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar te verlengen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-161878-20
beslissing van de meervoudige kamer van 16 mei 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedag] 1983,
thans verblijvende bij Forensisch Psychiatrisch Centrum [tbs-instelling] , [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 26 maart 2025, ingediend op 27 maart 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] ;
- het rapport van FPC [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 14 maart 2025, waarin het advies van de tbs-instelling is vermeld.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s- Hertogenbosch van 22 december 2021 is [betrokkene] wegens huisvredebreuk en poging tot zware mishandeling veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het bij de poging tot zware mishandeling gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 23 mei 2023 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 2 mei 2025 is de officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, gehoord.
Tevens is [betrokkene] gehoord, bijgestaan door mr. C.E.J.E. mr. Kouijzer, advocaat te Middelburg. Zij nam waar voor mr. C.A.L.C. van Putten.
Voorts is als deskundige [deskundige] , hoofd behandeling bij de tbs-instelling, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
De tbs-instelling heeft daartoe gesteld dat er bij [betrokkene] sprake is van een ongespecificeerde schizofreniestoornis of andere psychotische stoornis, een licht verstandelijke beperking en vermoedens van een stoornis in het gebruik van alcohol. De kans op recidive is groot wanneer de huidige intensieve begeleiding, de behandeling en het toezicht beëindigd zouden worden. Bij onvoldoende ondersteuning is de kans groot dat de eigen, idiosyncratische overtuigingen een eigen leven gaan leiden en hij vervalt in oude patronen. Dit brengt een verhoogd risico op gewelddadig gedrag met zich mee. [betrokkene] zal naar verwachting blijvend ondersteuning, sturing en begeleiding nodig hebben van hulpverleners.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd.
[betrokkene] is op dit moment achterdochtig. Hij denkt dat hij onterecht in de kliniek zit en dat mensen binnen de kliniek bezig zijn met criminele activiteiten. Door deze achterdocht komt de behandeling nu nog niet van de grond. Wellicht is een medicatiewijziging noodzakelijk zodat [betrokkene] wat verzacht. [betrokkene] staat op de eerste plaats op de wachtlijst voor een andere afdeling die meer gespecialiseerd is in mensen met een verstandelijke beperking en zal, zodra daar plaats is, worden overgeplaatst. Er is zeker nog twee jaar nodig binnen de tbs en om die reden is het advies ook de tbs met dwangverpleging met twee jaar te verlengen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Namens [betrokkene] heeft de raadsvrouw betoogd dat hij ten onrechte is veroordeeld en in de tbs is beland. Er is geen reden voor voortduring van de tbs met dwangverpleging. Hij heeft geen stoornis. Hij houdt zich aan medicatievoorschriften en werkt hard. Omdat hij zich niet in de gestelde stoornis herkent, wil hij niet aan therapie meewerken. Hij wil begeleid gaan wonen en gaan werken en vindt dat hij dan voldoende ondersteuning heeft. Hij betwist dat er sprake is van een hoge kans op recidive en vraagt om afwijzing van de vordering.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De behandeling van [betrokkene] is volgens de tbs-instelling nog niet aangevangen. Er moeten nog vele stappen worden ondernomen in de behandeling en begeleiding van [betrokkene] en daarvoor is nog zeker twee jaar nodig.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van [betrokkene] moet worden verlengd met twee jaar. Met die beslissing wordt ook voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee (2) jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. G.H. Nomes en mr. L.W. Louwerse, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G.T.A. Knoop en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 mei 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.