Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Stichting Jeugdbescherming Brabant,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 1 april 2025;
- de brief van mr. Minkels van 15 april 2025;
- de op 24 april 2025 van mr. Vugs ontvangen stukken.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
dringend beroep op de bureaudienst van het Provinciaal Instroom Teamom op korte termijn voor [minderjarige] speltherapie op te starten. [minderjarige] is een meisje van 7 jaar, dat getuige is geweest van de ruzies tussen haar ouders. Zij heeft in haar hoofd beelden zitten, die zij moet verwerken. Daarnaast zal er moeten worden beoordeeld of deze ouders in staat gaan zijn om in het belang van [minderjarige] samen te gaan werken en zo ja, welke begeleiding zij daarbij nodig hebben. Indien zij daar niet toe in staat zijn moet er ingezet gaan worden op parallel solo-ouderschap. De kinderrechter vraagt het Provinciaal Instroom Team bovendien om er oog voor te hebben, in het geval de hulpverlening vanuit [jeugdzorg] en de [organisatie] stopt door de ondertoezichtstelling van [minderjarige] . Het kan niet zo zijn dat de escalaties tussen de ouders gaan toenemen, omdat de hulpverleners die nu betrokken zijn in het vrijwillig kade zich terugtrekken. Binnen het kader van de ondertoezichtstelling zullen de ouders moeten gaan werken aan het behalen van de door de Raad gestelde doelen. Dat heeft de meeste kans van slagen als er voor deze ouders een vaste jeugdbeschermer komt. De kinderrechter verwacht dan ook dat het
Provinciaal Instroom Team prioriteit geeft aan het benoemen van een vast aanspreekpunt voor deze ouders. Deze ouders zijn in het vrijwillig kader blijven hangen in strijd over de keuze voor de juiste hulpverlener, terwijl het juist zou moeten gaan over de inhoud. Het is belangrijk dat deze ouders stappen vooruit gaan zetten en dat er wordt gekeken naar het verbeteren van de oudercommunicatie dan wel het vormgeven van parallel solo ouderschap. Het is voor de ouders verwarrend nu er op dit punt geen duidelijke keuze is gemaakt. Gelet op de aard en de ernst van de problematiek is een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar noodzakelijk. Het verzoek zal dus worden toegewezen.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.