Op 15 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. I.A.C. Cools, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek. Eiser had een aanvraag ingediend voor een individuele inkomenstoeslag op basis van de Participatiewet, welke door het college op 18 september 2023 was afgewezen. Eiser maakte bezwaar, maar het college verklaarde dit bezwaar op 11 juli 2024 gegrond, maar stelde dat eiser nog steeds geen recht had op de toeslag. De rechtbank behandelde de zaak op 15 mei 2025 en concludeerde dat de peildatum voor de beoordeling van de aanvraag 16 juni 2022 was, met een referteperiode van 16 juni 2019 tot 16 juni 2022. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had vastgesteld dat het inkomen van eiser in de relevante periode hoger was dan 110% van de geldende bijstandsnorm, en dat de aanvraag voor de individuele inkomenstoeslag daarom terecht was afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.