ECLI:NL:RBZWB:2025:306

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
C/02/404367 / FA RK 22-5640
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Voorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overeenstemming bereikt over zorg- c.q. omgangsregeling voor minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de zorg- en omgangsregeling voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank heeft eerder op 24 juli 2023 een tussenbeschikking gedaan waarin de verzoeken van de man en de vrouw om het hoofdverblijf van [minderjarige 1] bij de vrouw te bepalen, zijn toegewezen. De rechtbank heeft toen ook een voorlopige omgangsregeling vastgesteld. Op 9 januari 2025 heeft de advocaat van de vrouw, mr. A.A.T. van Ginderen, de rechtbank geïnformeerd dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de zorg- en omgangsregeling. De man en de minderjarigen zijn gerechtigd tot contact met elkaar eenmaal per twee weken, met specifieke afspraken voor vakanties en feestdagen. De rechtbank heeft de verzoeken van partijen om de afspraken vast te leggen in een eindbeschikking toegewezen, en de eerder geplande mondelinge behandeling op 16 januari 2025 hoeft niet door te gaan. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de regeling direct kan ingaan, in het belang van de minderjarigen. De beschikking is gegeven door mr. Voorn, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. De Haas, griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/404367 / FA RK 22-5640
Datum uitspraak: 16 januari 2025
Nadere beschikking betreffende zorgregeling
in de zaak van
[de man],
hierna te noemen: de man,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. C.G.M. Baas te Bergen op Zoom,
tegen
[de vrouw],
hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. A.A.T. van Ginderen te Etten-Leur,
betreffende de minderjarigen:
-
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2019;
-
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2016.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over de verzoeken te adviseren.

1.Het nadere procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- de tussenbeschikking van deze rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, van 24 juli 2023 en alle daarin opgenomen en vermelde stukken;
- het e-mailbericht van de gemeente Bergen op Zoom van 1 mei 2024, met als bijlage de negatieve terugkoppeling van het UHA-traject van 1 mei 2024;
- de op 16 september 2024 ontvangen Raadsrapportage van 11 september 2024;
- het F9-formulier van mr. Baas van 15 oktober 2024;
- het F9-formulier van mr. Van Ginderen van 29 oktober 2024;
- het F9-formulier van mr. Van Ginderen van 9 januari 2025;
- het F9-formulier van mr. Baas van 10 januari 2025.

2.De verdere beoordeling

2.1
Bij tussenbeschikking van 24 juli 2023 heeft de rechtbank de verzoeken van de man en de vrouw om het hoofdverblijf van [minderjarige 1] bij de vrouw te bepalen, toegewezen. Daarnaast heeft de rechtbank, conform de overeenstemming van partijen, bepaald dat de man en de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken c.q. omgangsregeling gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar gedurende week 1 van donderdag 17.30 uur tot zondagavond 17.00 uur, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen. Voorts zijn partijen bij deze beschikking verwezen naar het Uniform Hulpaanbod voor (jeugd)hulpverlening ten behoeve van de in deze beschikking onder rechtsoverweging 4.6 genoemde resultaten. In afwachting van deze hulpverlening heeft de rechtbank bepaald dat de man en de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken c.q. omgangsregeling
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar gedurende week 2 van woensdag 09.00 uur tot vrijdagochtend 09.00 uur. De beslissing op de definitieve zorg- c.q. omgangsregeling is aangehouden.
2.2
Mr. Van Ginderen heeft de rechtbank namens de vrouw op 9 januari 2025 geïnformeerd dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de zorg- c.q. omgangsregeling tussen de man en de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Partijen zijn het volgende overeengekomen, en hebben daarbij afgesproken dat deze afspraken gelden, tenzij zij samen anders overeenkomen:
Zorg c.q. omgangsregeling
De man en de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn gerechtigd tot contact met elkaar eenmaal per twee weken vanaf donderdag uit school tot en met woensdagochtend aanvang school. Op studiedagen en bij ziekte zullen de kinderen (danwel het zieke kind) niet uit school wisselen, maar op donderdagochtend tussen 8.00u en 9.00u naar de man gaan en op woensdagochtend tussen 8.00u en 9.00u naar de vrouw gaan.
Vakanties
De reguliere weekendregeling zal door de vakanties niet omgewisseld worden.
  • Tijdens de
  • De minderjarigen verblijven in de
  • Tijdens de
Feestdagen
  • Kerstdagen: de minderjarigen mogen op 1e of 2e kerstdag naar de ouder bij wie zij in die week niet verblijven;
  • Oud & Nieuw: de minderjarigen mogen op 31 december of 1 januari naar de ouder bij wie zij in die week niet verblijven.
  • Partijen zullen de overige officiële feestdagen (waaronder Koningsdag), alsmede de carnavalsdagen en Halloween verdelen.
Bijzondere dagen
  • Verjaardagen ouders: de minderjarigen verblijven bij de jarige ouder, met overnachting;
  • Verjaardagen kinderen: op de verjaardag van een van de kinderen zijn de beide ouders welkom om het jarige kind te feliciteren, bij de ouder bij wie het kind verblijft te ontbijten, cadeaus te geven en om (op een schooldag) mee te gaan naar school om de traktatie te brengen. Ook de grootouders van beide kanten zijn overdag welkom om het jarige kind te feliciteren, een cadeau te geven en een taartje te eten (in het bijzijn van de andere ouder). Indien dit niet gewenst is, mogen de kinderen enkele uren naar de andere ouder, zodat aldaar de verjaardag van de jarige gevierd kan worden met de grootouders;
  • Verjaardagen grootouders: de kinderen kunnen in het weekend aanwezig zijn bij en gedurende de viering van de verjaardag van de betreffende grootouder, ook als zij in dat weekend bij de andere ouder verblijven;
  • Vader- en Moederdag: indien dit in een weekend valt waarin de kinderen bij de andere ouder zijn, dan gaan de kinderen vanaf zaterdagavond naar de vrouw (bij Moederdag) of naar de man (bij Vaderdag). De kinderen verblijven vervolgens tot maandagochtend aanvang school bij die ouder, waarna de reguliere regeling weer verder loopt;
  • Studiedagen worden opgevangen door degene bij wie de kinderen volgens de reguliere regeling aan het einde van de middag verblijven.
De overeengekomen zorg- c.q. omgangsregeling wordt inmiddels door partijen uitgevoerd. De vrouw verzoekt de bovengenoemde afspraken op te nemen in een eindbeschikking en de procedure schriftelijk af te doen. De reeds geplande mondelinge behandeling op 16 januari 2025 behoeft geen doorgang te vinden. De andersluidende verzoeken worden ingetrokken.
2.3
Namens de man is op 10 januari 2025 ingestemd met hetgeen mr. Van Ginderen in haar schrijven van 9 januari 2025 heeft geschreven. Ook de man verzoekt de rechtbank bij eindbeschikking de definitieve zorg- c.q. omgangsregeling vast te stellen conform hetgeen mr. Van Ginderen heeft opgenomen en de reeds geplande mondelinge behandeling geen doorgang te laten vinden.
2.4
De rechtbank zal gelet op de overeenstemming van partijen en nu niet is gebleken dat de belangen van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zich verzetten tegen een toewijzing van het gewijzigde verzoek van partijen zoals hierboven overeengekomen, dit verzoek dienovereenkomstig toewijzen.
2.5
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren omdat het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1
bepaalt – onder wijziging van de eerder bepaalde zorgregeling bij beschikking van deze rechtbank van 24 juli 2023 - dat de man en genoemde minderjarigen:
- [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2019;
- [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2016;
in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken c.q. omgangsregeling gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar zoals opgenomen onder rechtsoverweging 2.2;
3.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Voorn, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2025 in tegenwoordigheid van mr. De Haas, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.