ECLI:NL:RBZWB:2025:3071
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar in verband met gezondheidsproblemen en recidivegevaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 mei 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1956, die momenteel verblijft in een tbs-kliniek. De officier van justitie had op 8 april 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de tbs met één jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en stoornissen in middelengebruik, en dat hij in maart 2024 is gediagnosticeerd met longkanker in een vergevorderd stadium zonder kans op genezing. De behandeling in de tbs-instelling is gericht op het bieden van passende zorg en kwaliteit van leven.
Tijdens de zitting is de officier van justitie, mr. E.M.H.B.C. van Aalst, gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsman, mr. J.A.W. Knoester. De rechtbank heeft ook deskundigen gehoord, waaronder psychiater dr. [persoon 1] en gz-psycholoog [persoon 2]. De tbs-instelling heeft geadviseerd tot verlenging van de tbs, waarbij het recidivegevaar als hoog wordt ingeschat, vooral gezien de gezondheidstoestand van de betrokkene. De rechtbank heeft de adviezen van de tbs-instelling en de psychiater gevolgd en geoordeeld dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de tbs van de betrokkene met één jaar te verlengen, waarbij de gezondheidstoestand van de betrokkene en het risico op recidive zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.