Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van de kinderrechter in deze zaak van 6 december 2024;
- de rapportage van de GI van 12 maart 2025, met als bijlage een politiemelding van 1 november 2024 en een brief met voorwaarden aan de moeder van 15 november 2024.
2.Het resterende verzoek
3.De feiten
4.De standpunten
5.De beoordeling
verlengentot
30 mei 2025en de
pro forma datumbepalen op
29 april 2025. De kinderrechter verwacht dat de GI voor de pro forma datum een schriftelijk verslag uitbrengt over de stand van zaken, zodat de moeder, haar advocaat en de kinderrechter daar kennis van kunnen nemen. De advocaat van de moeder zal vervolgens 2 weken de gelegenheid krijgen om op het verslag van de GI te reageren en om aan te geven of een nadere mondelinge behandeling gewenst is. Het resterende deel van het verzoek zal worden aangehouden.
6.De beslissing
29 april 2025 PRO FORMAin afwachting van het schriftelijk verslag van de GI over de actuele stand van zaken en de reactie hierop van de advocaat van de moeder, waarna beoordeeld zal worden of een nadere mondelinge behandeling ingepland moet worden of dat de zaak op de stukken kan worden afgedaan;
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.