ECLI:NL:RBZWB:2025:3108

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
02-099993-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging wegens overlijden van de verdachte

Op 16 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op [datum 2] 2025 is overleden. Tijdens de zitting werd de officier van justitie, mr. E.M.L. Warmoeskerken, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat door het overlijden van de verdachte het recht tot strafvordering is vervallen, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor is de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, en in aanwezigheid van de andere rechters en de griffier. De uitspraak vond plaats in de zittingsplaats Breda.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-099993-24
vonnis van de meervoudige kamer van 16 mei 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [datum 1] 1989 te [plaats 1],
overleden op [datum 2] 2025 te [plaats 2].
Verdachte werd bij leven bijgestaan door mr. E.R. Butin Bik, advocaat te Klundert.

1.Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
16 mei 2025. De rechtbank heeft de officier van justitie mr. E.M.L. Warmoeskerken gehoord en direct mondeling uitspraak gedaan.

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte op [datum 2] 2025 is overleden.
Ingevolge het bepaalde in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht is daarmee het recht tot strafvordering tegen verdachte vervallen en moet de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging van verdachte.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart
de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolgingvan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, voorzitter, mr. R.J.H. de Brouwer en mr. H. Remerie, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.E.A.M. van der Ven-van de Riet, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 mei 2025.