Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging
3.De beslissing
de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolgingvan verdachte.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 16 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op [datum 2] 2025 is overleden. Tijdens de zitting werd de officier van justitie, mr. E.M.L. Warmoeskerken, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat door het overlijden van de verdachte het recht tot strafvordering is vervallen, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor is de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, en in aanwezigheid van de andere rechters en de griffier. De uitspraak vond plaats in de zittingsplaats Breda.