ECLI:NL:RBZWB:2025:3129

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
RK 25-001276
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klaagschrift inzake beslag op Opel Corsa

Op 22 april 2025 vond in de rechtbank Zeeland-West-Brabant een zitting plaats in de raadkamer, waar het klaagschrift van de klager werd behandeld. De klager, geboren in 1997 en vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S.C. van der Leer, had een verzoek ingediend tot opheffing van het beslag op zijn Opel Corsa, dat op 11 januari 2025 in beslag was genomen. De klager was enkel verdacht van een overtreding van artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 en was een 'first offender'. De officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, gaf aan dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat er een verbeurdverklaring van de Opel zou volgen, en steunde daarmee het verzoek van de klager.

De rechtbank overwoog dat het belang van de strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de Opel aan de klager. De rechtbank stelde vast dat het klaagschrift tijdig was ingediend en dat de klager ontvankelijk was in zijn beklag. De rechtbank benadrukte dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat de rechter niet kan treden in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak. Aangezien het Openbaar Ministerie geen strafvorderlijk belang meer zag in het voortduren van het beslag, verklaarde de rechtbank het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de Opel aan de klager.

De beslissing werd genomen door rechter mr. J.C.A.M. Los en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2025. De griffier, mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt, was niet in de gelegenheid om de beslissing mede te ondertekenen. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of de klager.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Breda
raadkamernummer : 25-001276
datum : 22 april 2025
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren op [datum] 1997 te [plaats],
wonende op het [adres],
woonplaats kiezende ten kantore van mr. S.C. van der Leer
te (1814 GE) Alkmaar, Kennemerstraatweg 107B.
hierna te noemen: de klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift op grond van artikel 552a Sv, ingediend op 13 januari 2025 ter griffie van deze rechtbank;
  • de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 11 januari 2025 onder klager een Opel Corsa met [kenteken] (hierna: de Opel) in beslag is genomen;
  • de schriftelijke conclusie van het CVOM en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 22 april 2025 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. J.J. Peerboom, klager en mr. S.C. van der Leer als advocaat van klager gehoord.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag met last tot teruggave aan de klager. Daartoe is aangevoerd dat klager meent dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat er later een verbeurdverklaring van de Opel zal worden uitgesproken. Gebleken is dat klager enkel nog wordt verdacht van overtreding van artikel 107 Wegenverkeerswet 1994. Voor dit feit is klager ‘first offender’. Volgens de LOVS-oriëntatiepunten staat er op overtreding van voornoemd artikel slechts een geldboete. Daarnaast is klager sinds 13 januari 2025 weer in het bezit van een geldig rijbewijs, zodat de kans op recidive zeer klein is.
De officier van justitie heeft zich naar aanleiding van hetgeen door de raadsman in raadkamer naar voren is gebracht - in afwijking van de schriftelijke conclusie van het Openbaar Ministerie - op het standpunt gesteld dat het bij deze stand van zaken hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de Opel zal uitspreken, zodat het klaagschrift gegrond kan worden verklaard.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in zijn beklag.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer een summier karakter heeft. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevraagd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijke beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, moet de rechter, bij een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee,
b. de teruggave van het in beslag genomen voorwerp gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard.
Op grond van artikel 116, eerste lid, Sv laat het Openbaar Ministerie de in beslag genomen voorwerpen teruggeven aan de beslagene, zodra het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet. Dit betekent het volgende. Als het Openbaar Ministerie zich op het standpunt stelt dat er geen strafvorderlijk belang meer is bij het voortduren van het beslag, dan moet de rechter ervan uitgaan dat het standpunt juist is.
De officier van justitie heeft zich in raadkamer op het standpunt gesteld dat het strafvorderlijk belang zich niet langer verzet tegen teruggave van de in beslag genomen Opel aan klager.
Nu er geen strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag en de rechtbank niet is gebleken dat een ander dan klager redelijkerwijs als rechthebbende van de Opel is aan te merken, zal de rechtbank het klaagschrift tegen het artikel 94 Sv-beslag gegrond verklaren en de teruggave van de Opel aan klager gelasten.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart het klaagschrift gegrond en gelast de teruggave van de Opel Corsa met [kenteken] aan klager.
Deze beslissing is genomen door mr J.C.A.M. Los, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).