ECLI:NL:RBZWB:2025:3150

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
11440646 CV EXPL 24-4149
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een financial lease overeenkomst en teruggave van een bedrijfsauto

In deze zaak heeft Volkswagen Pon Financial Services B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die voorheen handelde onder de naam van zijn bedrijf. De vordering betreft de ontbinding van een financial lease overeenkomst voor een Volkswagen Transporter, die op 23 juni 2020 was aangegaan. Volkswagen Pon stelt dat de gedaagde zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen, wat heeft geleid tot een betalingsachterstand van meer dan twee maanden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Volkswagen Pon terecht de overeenkomst heeft ontbonden, omdat de gedaagde niet is verschenen op de zitting en zijn verweer onvoldoende onderbouwd was. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot teruggave van de auto, met een dwangsom voor het geval hij hier niet aan voldoet. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten, evenals de proceskosten. De kantonrechter heeft de vordering van Volkswagen Pon in zijn geheel toegewezen, met uitzondering van de gevorderde handelsrente, die niet toewijsbaar was. Het vonnis is uitgesproken op 26 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 11440646 \ CV EXPL 24-4149
Vonnis van 26 maart 2025
in de zaak van
VOLKSWAGEN PON FINANCIAL SERVICES B.V.,
te Amersfoort,
eisende partij,
hierna te noemen: Volkswagen Pon,
gemachtigde: Jongejan & Wisseborn c.s.,
tegen
[gedaagde] , VOORHEEN H.O.D.N. " [bedrijf van gedaagde] ",
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 januari 2025
- het bericht van Volkswagen Pon van 21 januari 2025
- de mondelinge behandeling van 24 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Volkswagen Pon vordert:
I. de overeenkomst tussen partijen te ontbinden, althans voor recht te verklaren dat deze is ontbonden;
II. [gedaagde] te bevelen om de Volkswagen Transporter 2.0 TDI 103 KW Business Van met [kenteken], met sleutels, kentekenbewijzen en al hetgeen wat onderdeel uitmaakt van het voertuig, af te geven aan Volkswagen Pon, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 7.500,00 voor elke dag dat [gedaagde] , na betekening van het vonnis, hiermee in gebreke blijft;
III. [gedaagde] te veroordelen tot het betalen van € 9.208,44, te vermeerderen met de handelsrente over € 7.640,18 vanaf 27 november 2024 tot aan de dag van voldoening, onder aftrek van de opbrengst van het voertuig bij verkoop, indien het voertuig wordt ingeleverd. Het bedrag van € 9.208,44 bestaat uit de volgende onderdelen:
a. € 7.640,18 aan hoofdsom;
b. € 1.146,03 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 240,67 aan BTW over buitengerechtelijke incassokosten;
d. € 181,56 aan rente tot en met 26 november 2024.
Volkswagen Pon vordert ook dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld. Volkswagen Pon wil de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
2.2.
Volkswagen Pon baseert haar vordering op de financial lease (huurkoop) overeenkomst die partijen volgens haar op 23 juni 2020 zijn aangegaan (hierna: de overeenkomst). Zij stelt dat deze overeenkomst betrekking had op een Volkswagen Transporter 2.0 TDI 103 KW Business Van (hierna: de auto), met een looptijd van 60 maanden. [gedaagde] , destijds handelend onder de naam “ [bedrijf van gedaagde] ”, is de overeenkomst aangegaan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf. De aankoopprijs, bedraagt € 27.709,00, het kredietbedrag bedraagt € 22.900,00 en de kredietvergoeding € 4.300,20, waarmee het in totaal te betalen bedrag uitkomt op € 27.200,00. In de overeenkomst is bepaald dat [gedaagde] iedere maand een bedrag van € 453,32 moet betalen en in de laatste maand ook een slottermijn van € 1,00. [gedaagde] is zijn betalingsverplichting niet nagekomen. Er is sprake van een zodanige achterstand in de betaling van de maandelijkse termijnen ontstaan, dat Volkswagen Pon terecht de ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen met als gevolg dat het volledige saldo van de financiering direct opeisbaar is geworden.
De ontbinding
2.3.
In de overeenkomst is opgenomen dat de Algemene Voorwaarden Financial Lease van Volkswagen Pon van toepassing zijn (hierna: de algemene voorwaarden). In de algemene voorwaarden is onder meer opgenomen dat indien er een betalingsachterstand is van twee maanden of meer, Volkswagen Pon het recht heeft om de overeenkomst te ontbinden. Ook is in de algemene voorwaarden opgenomen dat bij ontbinding van de overeenkomst de auto binnen 24 uur ingeleverd moet worden. Vervolgens wordt de auto dan verkocht en wordt de opbrengst verrekend met het nog openstaande bedrag.
2.4.
[gedaagde] betwist dat er een betalingsachterstand van meer dan twee maanden is ontstaan. Volgens [gedaagde] is er slechts één maand onbetaald gebleven, november 2023. Verder zijn alle termijnen voldaan. Volkswagen Pon kan daarom volgen [gedaagde] niet de overeenkomst ontbinden. Volkswagen Pon daarentegen stelt dat voortdurend betalingsachterstanden waren, omdat automatische incasso’s steeds zijn gestorneerd. Er is daarom een achterstand ontstaan van meer dan twee maanden. Volkswagen Pon verwijst daarbij naar het betalingsoverzicht (productie 3 bij de dagvaarding). De blote stelling van [gedaagde] dat de tekortkoming van zijn zijde slechts beperkt is gebleven tot één maandtermijn is, tegenover de met productie 3 gestaafde stelling van Volkswagen Pon, onvoldoende onderbouwd. Mogelijk wreekt zich daarbij het feit dat [gedaagde] , ondanks dat hij daartoe behoorlijk is opgeroepen, zonder bericht van verhindering niet ter zitting is verschenen. Dat risico moet dan echter voor zijn rekening blijven. In het tussenvonnis was [gedaagde] er immers op gewezen dat de uitnodiging niet vrijblijvend was en dat aan het niet-verschijnen van een partij de gevolgen kunnen worden verbonden die de kantonrechter geraden acht.
De kantonrechter leidt uit het door Volkwagen Pon overgelegde betalingsoverzicht af dat er een achterstand van meer dan twee maanden is ontstaan met de voldoening van de maandelijkse termijnen. Dat betekent dat Volkswagen Pon terecht de overeenkomst heeft kunnen ontbinden. De vordering om voor recht te verklaren dat de overeenkomst is ontbonden, is daarom toewijsbaar.
De teruggave van de auto
2.5.
Omdat [gedaagde] niet bereid is gebleken om de auto na aanschrijving bij Volkswagen Pon als eigenaar in te leveren, wordt de vordering tot teruggave op verbeurte van een dwangsom toegewezen. De kantonrechter ziet daarbij wel aanleiding om [gedaagde] een termijn te bieden tot teruggave van vijf dagen na betekening van het vonnis. De kantonrechter ziet geen aanleiding af te wijken van de door Volkswagen Pon gevorderde dwangsom van € 250,00 per dag, met een maximum van € 7.500,00.
De hoofdsom
2.6.
Volkswagen Pon stelt dat de resterende hoofdsom € 7.640,18 is. [gedaagde] heeft de hoogte van de hoofdsom in het licht van de onderbouwing door Volkswagen Pon, onvoldoende betwist. De gevorderde betaling van de hoofdsom wordt daarom toegewezen, met dien verstande dat de eventuele verkoopopbrengst van de auto van dit bedrag moet worden afgetrokken.
2.7.
Omdat de overeenkomst is ontbonden, is de gevorderde wettelijke handelsrente vanaf 27 november 2024 niet toewijsbaar. Het bedrag aan leasetermijnen na ontbinding is namelijk een schadevergoeding. Gelet hierop zal de kantonrechter slechts de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW toewijzen. Blijkens de specificatie van de gevorderde hoofdsom (pagina 4 van de dagvaarding) is in de hoofdsom een bedrag begrepen van € 1.718,32 aan rente. Onduidelijk is tot welke datum die rente is berekend. Op pagina 5 van de dagvaarding voert Volkswagen Pon vervolgens een rentepost ad € 181,56 met als toevoeging “t/m 26/11/24”. Ten aanzien van die post is onduidelijk vanaf welke datum die rente is berekend en of dit handelsrente danwel de gewone wettelijke rente betreft. Deze onduidelijkheden behoren voor rekening van Volkwagen Pon te blijven. De kantonrechter zal daarom de wettelijke rente toewijzen over een bedrag van
(€ 7640,18 minus € 1.718,32 =) € 5.921,86, vanaf 27 november 2024 tot aan de dag der voldoening. Het meer of anders gevorderde aan rente zal worden afgewezen.
2.8.
[gedaagde] voert aan dat hij geen betalingsherinneringen heeft ontvangen en pas bij de dagvaarding op de hoogte was van de betalingsachterstand. De kantonrechter gaat aan dit verweer voorbij, nu [gedaagde] geen rechtsgevolg hieraan verbindt.
De buitengerechtelijke incassokosten
2.9.
Volkswagen Pon vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van haar algemene voorwaarden. Volkswagen Pon maakt ook aanspraak op de gevorderde BTW over de buitengerechtelijke incassokosten, omdat zij onweersproken heeft gesteld geen ondernemer te zijn in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968. In dit geval acht de kantonrechter redenen aanwezig om de vergoeding op grond van artikel 242 Rv te matigen tot het bedrag, berekend op grond van de bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten horende staffel, nu niet is gesteld en onderbouwd dat er zodanige buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die een hoger bedrag dan de staffel rechtvaardigen. De kantonrechter zal [gedaagde] dan ook hoofdelijk veroordelen tot betaling van € 1.058,75 inclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten.
De proceskosten
2.10.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Volkswagen Pon worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.474,39
2.11.
[gedaagde] heeft opgemerkt dat hij zich in een lastige persoonlijke situatie bevindt en een betalingsregeling wil treffen. De kantonrechter geeft [gedaagde] in overweging om zich te wenden tot (de gemachtigde van) Volkswagen Pon met het verzoek om een betalingsregeling te treffen. De kantonrechter heeft geen bevoegdheid om een dergelijke betalingsregeling op te leggen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verklaart de huurkoopovereenkomst tussen Volkswagen Pon en [gedaagde] , met betrekking tot de Volkswagen Transporter 2.0 TDI 103 KW Business Van, ontbonden,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte van de auto met sleutels, kentekenbewijzen en al hetgeen wat onderdeel uitmaakt van het voertuig, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat hij met de afgifte in gebreke blijft, met een maximum van € 7.500,00,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Volkswagen Pon te betalen een bedrag van (€ 7640,18 + € 1.058,75 =) € 8.698,93, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.921,86 vanaf 27 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat, indien de auto door [gedaagde] wordt ingeleverd en vervolgens door Volkswagen Pon wordt verkocht, de verkoopopbrengst in mindering wordt gebracht,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.474,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2025.