ECLI:NL:RBZWB:2025:3212

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
11223560 \ MB VERZ 24-975
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete met matiging en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg (A16) te Prinsenbeek op 2 februari 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. J. van Gemert, niet aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden, maar heeft ook geconstateerd dat de redelijke termijn voor behandeling van de zaak was overschreden. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten de boete met 25% te matigen. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en de betrokkene heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 453,50. De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke termijn in rechtszaken en de noodzaak om verkeersboetes zorgvuldig te beoordelen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 11223560 \ MB VERZ 24-975
CJIB-nummer: 4062 5422 5557 0834
uitspraakdatum: 8 april 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. J. van Gemert (Salus Juridische Diensten B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 april 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Rijksweg (A16) te Prinsenbeek op 2 februari 2023 om 22:48 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene persisteert bij zijn standpunt dat de gedraging niet is verricht dan wel dat er sprake is van omstandigheden die aanleiding geven tot nihil stelling dan wel matiging van de sanctie. Betrokkene is werkzaam als berger en werd gebeld voor een IM-ongeval. Zijn carkit wilde geen verbinding maken met bluetooth, waardoor hij, toen de meldkamer en verkeerscentrale Rijkswaterstaat belde, de telefoon op luidspreker en terug in de houder had gezet. Betrokkene is genoodzaakt om bij calamiteiten de telefoon direct op te nemen om de aanrijtijden te garanderen. Gemachtigde verwijst naar het bewijsstuk in de bijlage van de melding van het IM-ongeval en verzoekt om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Uit de beroepsgronden van gemachtigde en betrokkene is te lezen dat het mobiel elektronisch apparaat wel is vastgehouden, omdat het uit de houder was gevallen. De zittingsvertegenwoordiger begrijpt dat betrokkene bij zo’n situatie direct moet opnemen, maar dit kan ook voor gevaarlijke situaties zorgen. De zittingsvertegenwoordiger verwijst naar een ter zitting overhandigde uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin sprake was van eenzelfde situatie. Gelet hierop is het beroep inhoudelijk ongegrond, maar omdat de redelijke termijn is overschreden, ziet de zittingsvertegenwoordiger aanleiding voor een matiging van 25%.

Overwegingen

Inhoudelijk
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene inconsistent is in zijn verhaal, nu dat afwijkt van zijn verhaal bij de officier van justitie. In ieder geval wordt feitelijk niet ontkend dat betrokkene de mobiele telefoon heeft vastgehouden, waarbij wordt gesteld dat dit was nadat deze was gevallen en door betrokkene is opgepakt. Centraal staat of dat een gegronde reden was voor het vasthouden van de telefoon. Hier is volgens de kantonrechter geen sprake van, aangezien hij enerzijds twijfelt aan het verhaal van betrokkene, gezien de inconsistentie. Anderzijds is de kantonrechter het eens met de overhandigde uitspraak van de rechtbank van Rotterdam, waarin in een soortgelijke situatie is geoordeeld dat het oppakken van een telefoon kan leiden tot (zeer) gevaarlijke situaties. Dit vormt dan ook geen rechtvaardiging voor het vasthouden van de telefoon.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat is aangevoerd ook geen aanleiding voor matiging van de boete.
Overschrijding redelijke termijn
Een ieder heeft recht op behandeling van zijn rechtszaak binnen een redelijke termijn (artikel 6, lid 1 van het EVRM). Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:GHARL:2017:1777) is sprake van schending van die redelijke termijn van berechting wanneer de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter tezamen langer dan twee jaar heeft geduurd. Deze termijn vangt aan bij het opleggen van de boete.
In dit geval is de boete opgelegd op 2 februari 2023 en is de redelijke termijn dus met ongeveer een maand overschreden.
Omdat sprake is van een overschrijding zal de kantonrechter de boete matigen met 25% (zie ECLI:NL:GHARL:2023:6369). Het beroep is dus gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Nu de boete wordt gematigd is er aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Daarbij gaat het alleen om de kosten in de fase waarin de redelijke termijn is overschreden, dus de kosten van het beroep bij de kantonrechter, te weten 1 punt x gewicht 0,5 x € 907,- = € 453,50.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 262,50, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 87,50 dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: