Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 13 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Godfried Schalckenstraat te Made op 24 september 2022. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, aangevoerd dat de meting en de kalibratietabel niet klopten en dat de redelijke termijn was overschreden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant en dat er geen aanleiding was om aan de meting te twijfelen. Echter, de kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn was overschreden, wat aanleiding gaf om de boete met 25% te matigen. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de betrokkene kreeg recht op een proceskostenvergoeding van € 907,-. De uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.