Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het rechts inhalen op de Rijksweg te Raamsdonkveer op 14 maart 2023. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas, stelde dat de gedraging niet had plaatsgevonden en dat de boete een verrassing was. Betrokkene kon zich de gedraging niet herinneren en voerde aan dat er geen staandehouding had plaatsgevonden, wat volgens hem onterecht was. De gemachtigde voegde hieraan toe dat de informatieplicht was geschonden en dat het hoorrecht niet was gerespecteerd. Tijdens de zitting trok de gemachtigde de beroepsgronden over de informatieplicht in, omdat de stukken inmiddels waren ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant over het afzien van staandehouding onvoldoende gemotiveerd was. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de boete en droeg de officier van justitie op het betaalde bedrag aan betrokkene terug te betalen. Tevens werd een proceskostenvergoeding van € 1.230,50 toegekend aan betrokkene.