ECLI:NL:RBZWB:2025:3250
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven
Op 26 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van eiser tegen de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiser had op 16 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, na slachtoffer te zijn geworden van een mishandeling op 22 augustus 2021. De Commissie heeft de aanvraag op 20 september 2023 afgewezen, omdat eiser onvoldoende objectieve aanwijzingen had geleverd dat hij slachtoffer was van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Commissie handhaafde haar afwijzing op 3 mei 2024. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij aanvullende stukken heeft ingediend, waaronder een verklaring van zijn GZ-psycholoog die een posttraumatische stressstoornis bevestigde.
De rechtbank heeft de zaak op 14 mei 2025 behandeld. In haar oordeel concludeert de rechtbank dat de Commissie in redelijkheid de aanvraag kon afwijzen. De rechtbank stelt vast dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims en dat er tegenstrijdige verklaringen zijn over de toedracht van het geweldsincident. De rechtbank benadrukt dat het aan de aanvrager is om met objectieve aanwijzingen aan te tonen dat hij slachtoffer is van een geweldsmisdrijf. De Commissie heeft de afwijzing van de aanvraag terecht gehandhaafd, omdat er onvoldoende duidelijkheid was over de omstandigheden van het voorval en omdat er geen bewijs was van ernstig letsel. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven en ook geen proceskostenvergoeding ontvangt.