ECLI:NL:RBZWB:2025:3261

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
27 mei 2025
Zaaknummer
BRE 24/4962
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 mei 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd, omdat op 20 mei 2024 omstreeks 13.07 uur geconstateerd was dat er geen parkeerbelasting was voldaan voor een geparkeerde auto in een zone waar dit verplicht was. De naheffingsaanslag bedroeg in totaal € 62,78, bestaande uit € 1,13 aan belasting en € 61,65 aan kosten.

Belanghebbende voerde aan dat hij ten onrechte een naheffingsaanslag had gekregen, omdat het voor hem onduidelijk was of op tweede Pinksterdag de parkeertijden van een doordeweekse dag of die van een zondag golden. Hij had geconcludeerd dat hij gratis kon parkeren, omdat de balie van de gemeente op feestdagen gesloten is. De rechtbank oordeelt echter dat het aan belanghebbende was om zich op de hoogte te stellen van de geldende parkeertijden. De rechtbank stelt vast dat de enkele omstandigheid dat de balie gesloten is, niet betekent dat de parkeertijden van een zondag gelden. Belanghebbende had zich kunnen informeren via de parkeerautomaat of de website van de gemeente.

De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en verklaart het beroep ongegrond. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/4962

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 mei 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 4 juni 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en heeft gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek bij brief van 1 mei 2025 gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.

Feiten

2. Op 20 mei 2024 omstreeks 13.07 uur stond de auto van belanghebbende, met [kenteken], geparkeerd in de [straat] te Breda, in een zone waarvoor parkeerbelasting moet worden betaald.
2.1.
Tijdens een controle van een scanauto op voornoemde datum en tijd is geconstateerd dat geen parkeerbelasting was voldaan. Naar aanleiding hiervan is aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 62,78, bestaande uit een bedrag aan belasting van € 1,13 en € 61,65 aan kosten van de naheffingsaanslag.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar terecht aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die belanghebbende heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3.1.
Belanghebbende voert aan dat de naheffingsaanslag ten onrechte aan hem is opgelegd omdat het hem niet duidelijk was of op een feestdag, in dit geval tweede Pinksterdag, de parkeertijden van een doordeweekse dag (betaald parkeren) of die van een zondag (vrij parkeren) zouden gelden. Belanghebbende heeft op basis van de omstandigheid dat de balie van de gemeente op een feestdag gesloten is de conclusie getrokken dat de parkeertijden van een zondag zouden gelden en is er daarom van uitgegaan dat hij gratis kon parkeren.
3.2.
De rechtbank stelt voorop dat op een parkeerder een onderzoeksplicht rust als hij gebruik wenst te maken van de parkeergelegenheden van de gemeente. Het was dus aan belanghebbende om zich (vooraf) op de hoogte te stellen van de door de gemeente gehanteerde tijden voor betaald parkeren. De enkele omstandigheid dat de balie van de gemeente op een feestdag gesloten is, maakt niet dat belanghebbende ervan uit kon gaan dat voor die betreffende feestdag de parkeertijden van een zondag zouden gelden. Belanghebbende had zich bijvoorbeeld op de hoogte kunnen stellen van het door de gemeente gehanteerde parkeerbeleid door op een parkeerautomaat te kijken, waar de feestdagen waarop gratis geparkeerd kan worden staan aangegeven, of door de website van de gemeente te raadplegen, waar deze informatie ook te vinden is. Door dit na te laten heeft belanghebbende naar het oordeel van de rechtbank niet aan zijn onderzoeksplicht voldaan.
3.3.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende opgelegd.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is ongegrond. Belanghebbende krijgt daarom het griffierecht niet terug. Ook krijgt belanghebbende geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. C.C. van den Berg, griffier, op 27 mei 2025, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd
deze uitspraak te tekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.