Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 18 maart 2025;
- de op 2 mei 2025 van de GI ontvangen brief, met producties.
- de moeder en haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , vertegenwoordigende de GI.
- een stagiaire van mr. Koop-Van Vliet;
- een stagiaire van de GI.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de verzoeker
5.Het standpunt van de moeder
6.Het nader standpunt van de GI
7.De beoordeling
uiterlijk voor de hierna genoemde pro forma datumschriftelijk te berichten haar visie op het perspectief van [minderjarige] , uitgaande van de actuele stand van zaken op dat moment. De advocaat van de moeder wordt verzocht om vervolgens – binnen een week – haar standpunt naar aanleiding van de berichtgeving van de GI schriftelijk aan de rechtbank kenbaar te maken en daarbij tevens aan te geven of zij een nadere mondelinge behandeling op prijs stelt. Indien in haar visie een nadere mondelinge behandeling gewenst is wordt de advocaat van de moeder verzocht tevens haar verhinderdata aan de griffier van de rechtbank door te geven.
8.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.